Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan 2015-2019 | Page 7

VLAAMS JEUGD- EN KINDERRECHTENBELEIDSPLAN de draagkracht, de behoeften en de mogelijkheden van de minderjarige sporter, onder meer door de organisatie en de werking van participatiestructuren voor minderjarigen te bevorderen en te ondersteunen. Hierbij wordt niet gedacht aan erg formalistische structuren, zoals ‘jongerenparlementen’ of ‘jeugdcommissies bij sportfederaties’, maar aan laagdrempelige of soms eerder informelere vormen van participatie rond thema’s die de jongere van nabij aanbelangen binnen zijn of haar lokale sportsetting: nieuwe of innovatieve spelvormen naast het traditionele sportaanbod, inrichting en werking van de kantine, pesten in de club, … Hiertoe zullen lokale sportclubs, voor het overgrote deel gedragen door vrijwilligers, bewust gemaakt en ondersteund moeten worden om die inspraak, betrokkenheid, participatie, dialoog, solidariteit … te faciliteren, hun organisatie en werking meer door de bril van de jongere te bekijken en te stoelen op hun behoeften. Betrokken: Internationaal Centrum Ethiek in de Sport; Vlaamse Sportfederatie; Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid 7.1.4 Speciale aandacht voor kwetsbare toestand van Roma-kinderen door inzetten van brugfiguren. (MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR) In de centrumsteden, Antwerpen, Gent, Sint-Niklaas en Brussel (Vlaamse Gemeenschapscommissie), waar de instroom MOEmigranten en de concentratie aan Roma groot is, worden buurtstewards ingezet in die wijken waar het samenleven het felst onder druk staat. Twee aandachtspunten zijn het werken in buurten en de maatschappelijke participatie van Roma, met focus op Romakinderen en -jongeren. De spijbelproblematiek is een belangrijk aandachtspunt waarin de buurtsteward een rol opneemt als bemiddelaar / brugfiguur tussen de school en de Roma-ouders. Preventief wordt ingespeeld op diverse randvoorwaarden zoals gezins- en opvoedingsondersteuning, kleuterparticipatie, brede jeugdhulp … 7.1.5 Stadsmonitor. (MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR) Zie ook 3.1.14 122