Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan 2015-2019 | Page 23
ruimte
MEERDERE GEBRUIKERS, WAARBIJ KINDEREN EN JONGEREN
OOK RUIMTE KRIJGEN
De Vlaamse overheid is zich bewust van
de belangrijke uitdagingen aangaande
het ruimtelijke beleid. We streven ernaar
om de beperkte ruimte zo goed mogelijk in te zetten, ook voor kinderen en
jongeren. Doordacht medegebruik wordt
de norm bij verdere ruimtelijke ontwikkeling. We gaan flexibel om met de bestemming van diverse ruimtes en met de
functies van infrastructuur. We stimule-
ren tijdelijk gebruik en gebruiken publieke
en private ruimte samen. Kinderen en
jongeren moeten, samen met volwassenen, hun plaats vinden. Inspraak en
participatie in planning, inrichting, ontwikkeling en gebruik is één van de sleutels. Waar nodig kan ruimte ook specifiek
voorbehouden worden voor een doelgroep.
DOORDACHT MEDEGEBRUIK
De Vlaamse overheid wil eigenaars en
gebruikers motiveren tot doordacht medegebruik. Dit gebeurt door visieontwikkeling, kennisopbouw, sensibilisering en
het geven van impulsen. Multifunctioneel
gebruik van schoolgebouwen of BLOSO-
sportcentra en stadsvernieuwingsprojecten zetten in op medegebruik en houden kinderen en jongeren in het vizier.
Projectbegeleiding en het delen van
goede voorbeelden moeten inspirerend
werken.
MET KINDEREN EN JONGEREN ALS MEDE-EIGENAAR
Als we kinderen en jongeren ten volle
beschouwen als mede-eigenaars van de
publieke ruimte, moeten ze ook betrokken worden bij alle fases van ontwerp
tot gebruik. Dit zijn tevens middelen om
het draagvlak te vergroten en de medeverantwoordelijkheid te doen toenemen.
De Vlaamse overheid betrekt de jeugdsector bij de totstandkoming van het
beleidsplan ruimte.
EN NIEUWE MANIEREN OM NAAR RUIMTE TE KIJKEN EN
DEZE TE GEBRUIKEN
Bestaande ruimte moet optimaal gebruikt worden. Flexibel en tijdelijk gebruik
moeten mogelijk gemaakt worden. Er wordt
op een andere manier nagedacht over
de mogelijkheden, ook vooraf. We gaan
in het buitenland op zoek naar inspirerende voorbeelden en ontwikkelen een
aantal initiatieven in de sport- en jeugdsector.
23