Het slagveld. Gravure , 1784. Nicolas Guerard
97
Champ de Bataille Après le Combat, gravure, 1695. Nicolas Guérard (1648 -1719. Terwijl de veldslag nog in volle hevigheid voortwoedt op de achtergrond worden
gewonden zo goed en zo kwaad als het gaat verzorgd door hun kameraden. Een priester zegent de stervenden terwijl rechts de uitrusting van een gesneuvelde soldaat
veilig wordt gesteld. | Privé bezit
Franse gewondenzorg
De Fransen kwamen op 2 juli 1747 bij Lafelt als overwinnaars
uit de strijd. Zij zaten daarmee ook met het probleem van
ongeveer zesduizend eigen gewonden en 3.500 geallieerde
gewonden, die waarschijnlijk voor een groot deel op het
slagveld achterbleven. Zoals in die tijd gebruikelijk zullen de
regimentschirurgijns hun eigen gewonden in eerste instantie
zoveel mogelijk in tenten, huizen, schuren of andere gebouwen
in de omgeving hebben proberen te verzorgen. Een Engels
mobiel hospitaal op het slagveld viel in Franse handen. Het
werd op 5 juli compleet met gewonden overgebracht naar
Maastricht en uitgewisseld tegen Franse gewonden die in
geallieerde handen waren gevallen.
Op 2 juli hadden de Fransen al een deel van hun
gewonden naar het nabijgelegen stadje Tongeren overgebracht,
maar op 3 juli waren zij nog steeds bezig met de verzorging op
het slagveld zelf, want op die dag moesten in verband daarmee
dertig tonnen water uit Tongeren worden aangevoerd. Tongeren
werd overspoeld door zieke en gewonde Franse soldaten die
ook op 4 juli nog vanaf het slagveld werden aangevoerd. Vanaf
die dag gingen zieke officieren naar Sint-Truiden en in de dagen
en weken daarna kwamen Franse slachtoffers van de veldslag
aan in hospitalen in Leuven, Gent, Bergen, Brussel en Doornik.
Tijdens en na de belegering van Maastricht in 1748
werden in Tongeren weer diverse gebouwen in gebruik
genomen als Franse hospitalen, evenals een boerderij in
Veldwezelt. Na de inname van de vesting eisten de Fransen het
garnizoenshospitaal in het Minderbroedersklooster op voor hun
eigen zieken en gewonden.