De cellebroeders
3 van Maastricht
3.
74
I
n tweede helft van de veertiende eeuw stichtten Luikse
De cellebroeders kregen in de zeventiende en achttiende eeuw
cellebroeders, ook wel lollarden genoemd, in Maastricht een
voor hun diensten een vergoeding. Deze kwam niet rechtstreeks
klooster op de Bank van Tweebergen. Van het complex van
uit de stadskas, maar werd verstrekt door de stedelijke
de ‘lollarden van Tweebergen’, gelegen op de tegenwoordige
armentafel 'De Heilige Geest'. Per geval werden afspraken
hoek Cellebroederstraat-Brusselsestraat, resteert nu alleen nog
gemaakt over de vergoeding, die kon bestaan uit graan, vlees,
de kapel. De cellebroeders waren belast met het verplegen van
steenkool of geld. In een enkel geval ging het daarbij ook om
zieken, vooral lijders aan besmettelijke ziekten als de pest, en
geesteszieken die thuis bij familie of andere particulieren
het begraven van doden. Daarnaast boden zij onderdak aan
verbleven. Een eerste afspraak over vergoedingen dateert van
geesteszieken, zwakzinnigen en personen met een afwijkend
1 december 1642, toen het stadsbestuur een overeenkomst
gedrag of een afwijkende mening.1 Zo verbleven er mensen die
tussen De Heilige Geest en de cellebroeders goedkeurde over
niet onder de wapenen wilden, mensen met niet aanvaarde
de betaling van een vergoeding voor de verpleging van
ideeën over godsdienst of seksualiteit, en zonen van goeden
geesteszieken. Waarschijnlijk verleenden de cellebroeders
huize met onaangepast gedrag. De belangrijkste reden voor
dergelijke zorg al wel langer, maar dan voor rekening van de
opname was het vormen van een gevaar voor de omgeving. Zo
patiënt of zijn familie. De Heilige Geest vergoedde alleen de
kon ook een pleger van huiselijk geweld worden opgesloten in
zorg voor ingezetenen van de stad. De verpleging van minder
het klooster, vooruitlopend op een echtscheiding. Het klooster
draagkrachtige zenuwzieken was duur. Het tarief in 1642 was
telde steeds ongeveer twaalf broeders.
250 florijnen Maastrichter koers per jaar. In honderd jaar tijd
werden niet meer dan negentien gevallen op kosten van De
Heilige Geest bij de cellebroeders ondergebracht.