Ontwikkelingen in de geneeskunde
1628
William Harvey publiceert ‘De motu Cordis’,
beschrijving van de grote
bloedsomloop.
Edward Jenner verricht eerste inenting tegen pokken.
460 - 370 v.Chr.
24
1789
Hippocrates. geneeskunde, gebaseerd op
waarnemingen.
1130 -1500
Gasthuizen voor armenzorg en ziekenzorg in heel
Europa tot 1311 beheerd
door kloosters, daarna
door steden.
500 -1050
Geneeskunde in Europa
in vroege Middeleeuwen
bepaald door bijgeloof.
Kloostergeneeskunde.
Ziekenzorg als werken
van barmhartigheid door
monikken.
1543
1136
Concilie van Tours:
“Ecclesia abhorret a sanguine”,
afschuw van bloed, leidt tot
scheiding van de boekengeleerdheid van doctores
medicinae en het handwerk
van chirurgijns.
129 - 210 n.Chr.
Galenus, uitwerking van
de leer van de humoraalpathologie van de vier
humores van Hippocrates.
Meer dan 80 medische
werken van Galenus bepalen de geneeskunde in de
Middeleeuwen.
1500
Renaissance, meer vrijheid
van denken, met herwaardering van klassieke
teksten.
1600
Opkomst van de natuurwetenschappen in de zeventiende eeuw (Descartes,
Pascal, Newton, Galileo,
Boyle, van Helmont).
1702
Herman Boerhaave maakt
naam met medisch onderwijs gebaseerd op kliniek.
1800
1750
1700
1650
1600
1550
1500
1400
1300
1200
1100
1000
800
600
400
200
0
100
200
300
400
500
Andreas Vesalius publiceert
‘De Humani Corporis
Fabrica’ anatomieboek
gebaseerd op secties.
Opvattingen Galenus over
anatomie worden verlaten.