Van godshuis naar academisch ziekenhuis | Page 210

8 . 1

208

Het academisch ziekenhuis Maastricht voor de verhuizing

Al voordat het Sint-Annadalziekenhuis voor het symbolische bedrag van één gulden aan het academisch ziekenhuis Maastricht ( azM ) werd verkocht , begon een periode van overgang . Veel activiteiten waren gericht op de voorbereiding van de nieuwbouw van het azM in Randwijck . Directievoorzitter Verhey , directeur financiën Pistorius en bouwgemachtigde Greep waren zo vaak in Den Haag dat de obers van het restaurant aan het Binnenhof dachten dat zij Kamerleden waren . De Tweede-Kamerleden moesten bewerkt worden , want er werd ernstig bezuinigd en de toestemming voor de nieuwbouw liep vertraging op . In 1971 had onderwijsminister Veringa het licht op groen gezet voor de voorbereiding van een academisch ziekenhuis met 1.040 bedden en een geschatte bouwsom van een miljard gulden . De commissie-Van Campen had dat al teruggebracht naar 705 bedden en de helft van de kosten , maar de ministers

Pais en Deetman en de Kamer wilden in de schrale beginjaren tachtig nog verder bezuinigen . Onder leiding van de nieuwe gouverneur dr . J . Kremers haalde de krachtige Limburgse lobby bij ministeries en Kamerleden in 1983 het resultaat binnen . Een ruime Kamermeerderheid stemde voor het toen maximaal haalbare besluit in Maastricht een nieuw academisch ziekenhuis met 605 bedden te bouwen . De activiteiten voor de nieuwbouw zouden vanaf dat moment een belangrijk stempel drukken op de beginjaren van het azM .
Op 1 april 1986 verrichtte de minister van Onderwijs en Wetenschappen W . J . Deetman in een ‘ academische zitting ’ de opening van het azM door het onthullen van een nieuw logo . Dit logo had de vorm van de gestileerde plattegrond van de azM-nieuwbouw en symboliseerde daarmee de mooie toekomst die voor het azM , nog in opbouw in een oud gebouw , in het verschiet lag . Al in het eerste jaar stond het academisch ziekenhuis goed op de kaart . In 1986 werden 313 hartoperaties verricht en het onderzoek en de behandeling van hartritmestoornissen groeide in korte tijd uit tot een erkende topreferente ( hooggespecialiseerde ) functie . Er kwamen nieuwe specialismen als reumatologie en geriatrie . Het Medisch Regionaal Centrum ( MRC ) werd opgeheven , maar daartegenover stond de ontwikkeling van een Diagnostisch Centrum voor de eerstelijnsgeneeskunde . Ook in 1986 traden er nieuwe bestuursleden aan : de econoom L . J . H . M . Brans Brabant volgde Pistorius op als directeur financiële en economische zaken en aan het eind van het jaar kondigde het bestuur de benoeming van dr . J . J . Carpay als directeur patiëntenzorg aan .
In de periode 1986 -1991 volgde een verdere uitbouw van de academische functies van patiëntenzorg , onderwijs en onderzoek . Alle klinische afdelingen werden geleid door een