Van godshuis naar academisch ziekenhuis | Page 205

Links : Het tweede klooster van de minderbroeders op de Minderbroedersberg en het Gouvernement aan de Bouillonstraat , voorbeelden van monumentale gebouwen die na restauratie behuizing vormen voor Bestuur en Faculteiten van de Universiteit Maastricht . | RHCL
Links onder : Dr . J . Tans , voorzitter van de Commissie voorbereiding achtste medische faculteit ( 1970 -1976, eerste voorzitter van het college van Bestuur van de Universiteit Maastricht ( 1976 -1978). Hier geportretteerd in het Skillslab van de medische faculteit voor zijn afscheid in 1977 . | Foto Frans Welters / Media Groep Limburg .
Rechts : Portret van professor H . Tiddens , eerste rector magnificus ( 1976 -1979) van de Universiteit Maastricht . | Fotoarchief UM
203 van een universiteit voor de door mijnsluitingen getroffen regio . Na moeizame discussies van de SWOL met de rijksoverheid en met de politieke partijen en na intensief lobbywerk van Tans , toen nog Kamerlid voor de PvdA , koos het parlement in 1970 voor een achtste medische faculteit in Maastricht . Dat besluit werd mede mogelijk doordat het Sint-Annadalziekenhuis zich bereid had verklaard om te fungeren als academische werkplaats .
Economische tegenwind in de jaren daarna dreigde roet in het eten te gooien . Bezuinigingen zorgden voor uitstel van de nieuwe universiteit en zelfs de vrees voor afstel . Toen duidelijk werd dat de universiteit zou kunnen beginnen met één faculteit , de faculteit Geneeskunde , werd als aanvullend argument naar voren gebracht dat deze zich van andere medische faculteiten zou onderscheiden door haar oriëntatie op vernieuwing van het medisch onderwijs en onderzoek , en vernieuwing van de gezondheidszorg . Ter onderbouwing hiervan ontwikkelde een commissie onder voorzitterschap van Tans een ‘ basisfilosofie ’. De ‘ filosofen ’ in de commissie waren hoogleraar methodiek van het geneeskundig onderwijs prof . dr . H . A . W . M . Tiddens , later de eerste rector magnificus , en onderwijspsycholoog prof . dr . W . H . F . Wijnen .
De basisfilosofie ten aanzien van de onderwijsvernieuwing behelsde de invoering van het Probleemgestuurd Onderwijs ( PBL , Problem Based Learning ). Tiddens en Wijnen hadden PBL in werking gezien op de McMaster University in Canada en waren overtuigd van de voordelen . Dit onderwijssysteem was gebaseerd op het oplossen van praktische geneeskundige problemen , op onderwijs in kleine groepen , was sterk gericht op de eigen activiteit van studenten en op het leren van communicatieve en probleemoplossende
vaardigheden . Naar hun mening zou PBL ook in Nederland kunnen zorgen voor de nodige vernieuwing van het medische onderwijs . Een tweede wezenlijk onderdeel van de basisfilosofie , de modernisering van de gezondheidszorg , kreeg invulling door een grotere nadruk op de eerstelijnszorg in onderzoek en onderwijs . De basisfilosofie voor het wetenschappelijk onderzoek bestond uit de keuze voor multidisciplinair onderzoek naar thema ’ s die van belang waren voor nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidszorg .
De basisfilosofie werd door de betrokken ministeries en de KNMG gunstig ontvangen . Dit heeft ontegenzeggelijk bijgedragen aan de toestemming van de staatsecretaris van Onderwijs en Wetenschappen , dr . G . Klein , om in september 1974 te beginnen met de opleiding van de eerste vijftig studenten geneeskunde in Maastricht . De basisfilosofie paste in het streven naar vernieuwing , dat in deze jaren op allerlei maatschappelijke gebieden merkbaar was . De jaren vijftig , een periode van soberheid , gezagsgetrouwheid en conservatief leiderschap waren voorbij . In de jaren zestig waren oude gezagsverhoudingen en opvattingen steeds meer ter discussie komen te staan , zoals tot uitdrukking kwam in studentenacties