17
van belang als vooruitgeschoven verdedigingspost tegen de
dagelijks leven en de cultuur merkbaar groter, hetgeen
Spaanse en Franse legers, met als gevolg dat er in de stad, naast
bijvoorbeeld tot uitdrukking kwam in het in de stad aanwezige
achttienduizend inwoners, vijf- tot elfduizend militairen
boekenbestand.
gelegerd waren. Omdat het thuis verplegen van zieke en
gewonde soldaten geen optie was, werd er voor het garnizoen
in 1672 een militair hospitaal ingericht en kwam er extra
Revolutie
expertise op het gebied van de militaire chirurgie. Hiervan ging
op de medicinae doctores en de chirurgijns in de stad een
In 1794 namen de republikeinse troepen van de Franse
niveauverhogend effect uit, onder andere door de openbare
revolutionaire regering Maastricht in. Maastricht werd
anatomische lessen die vanaf 1738 gegeven werden door Adrien
hoofdstad van het Franse departement Meuse Inférieure.
Pelerin, hoofd van het militair hospitaal en eerste hoogleraar
Voor de geneeskunde had dit grote consequenties. Het gilde
geneeskunde in Maastricht.
van chirurgijns werd opgeheven, de toelating van dokters en de
examinering evenals het toezicht op de gezondheidszorg
werden niet meer door het stadsbestuur maar centraal in het
Protestanten in katholiek Maastricht
departement geregeld. De eigendommen van de adel, de
kapittels en de kloosters werden geconfisceerd.
Het grote garnizoen had voor Maastricht niet alleen
geneeskundige betekenis. Door de garnizoensofficieren werd
het protestantisme in Maastricht belangrijk versterkt. Vanaf
1632, toen Frederik Hendrik Maastricht op de Spanjaarden
veroverde, was er sprake van een zogenaamd simultaneum met
gelijke rechten voor katholieken en protestanten.
De protestantse gemeenschap was echter klein gebleven totdat
aan het eind van de zeventiende eeuw het garnizoen werd
uitgebreid en er een pre-universitaire hervormde Illustre
School gevestigd werd. Het onderwijs aan die school, waaraan
later ook Pelerin als hoogleraar geneeskunde verbonden was,
werd vooral verzorgd door predikanten en hoogleraren die als
hugenoten Frankrijk ontvlucht waren. De inbreng van
Nederlandse en Franse protestanten vergrootte de culturele
diversiteit en de onderwijsmogelijkheden in de eerder nogal in
zichzelf gekeerde katholieke stad. Hierdoor en door het
internationale officierencorps werd de Franse invloed in het
De interessantste delen van de stads- en kloosterbibliotheken
verdwenen naar Parijs. In Parijs waren inmiddels echte
ziekenhuizen tot stand gekomen. Hôtel Dieu en Hopital Necker
waren niet ingericht voor de langdurige verzorging van armen
of gebrekkigen maar voor de diagnostiek naar en de
behandeling van ziekten. Dat kon ook omdat de geneeskunde in
dat opzicht ook vorderingen had geboekt. In de Parijse
geneeskundige school van Corvisart en Laennec ontstond
inzicht in de lokalisatie van ziekten en in de afwijkingen van
organen als oorzaak van ziekte. De ontdekking van de
stethoscoop maakte het mogelijk om die afwijkingen vast te
stellen. Het concept van een ziekenhuis voor de diagnostiek en
de behandeling van ziekten werd tijdens de korte Franse
periode in Maastricht overgenomen. Het Sint-Servaasgasthuis
werd ‘burgerlijk hospitaal’ voor de zieke burgers en militairen
in de stad.