Van godshuis naar academisch ziekenhuis | Page 167
Linker pagina links: Eerste en enige jaarverslag ‘Eener te Maastricht opgerichte
Oogheelkundige kliniek’. Het volgende jaarverslag is al afkomstig van ‘de
Vereeniging Inrichting voor Ooglijders in Limburg gevestigd te Maastricht’.
| RHCL GAM inv nr 2
Linker pagina rechts: Statistiek der behandelde oogziekten uit het eerste
jaarverslag van de Oogheelkundige Kliniek. Let op het groot aantal patiënten
met trachoom. | RHCL GAM inv nr 2
Onder: Tarieven op de achterzijde van een jaarverslag van de Vereeniging
Inrichting voor Ooglijders in Limburg gevestigd te Maastricht (1900).
| RHCL GAM inv nr 2
165
Het eerste jaar werden aan 674 personen 2582 oogheelkundige
in de rest van het land. Er werden dat eerste jaar 86 operaties
adviezen gegeven en er werden 74 patiënten in de kliniek
uitgevoerd waaronder veertien keer het uitkrabben van
opgenomen, van wie de gemiddelde opnameduur zeventien
trachoomkorrels onder chloroform narcose. Dat gebeurde met
dagen was. De helft van de patiënten kwam uit Maastricht en
de nagel van de pink.
de rest uit de omliggende gemeentes. Het eerste jaarverslag
Om zijn kliniek voor langere tijd financieel
verschaft een helder overzicht van alle gestelde diagnoses en
levensvatbaar te maken, richtte Swart Abrahamsz een
chirurgische behandelingen, evenals de expliciete vermelding
‘Vereeniging tot het blijvend vestigen eener Inrichting voor
dat de oogziekte trachoom in Limburg even vaak voorkwam als
Ooglijders in Limburg’ op. Hij wist een groot aantal notabelen
uit de regio te overtuigen van de noodzaak van zo’n inrichting:
leden van de Provinciale Staten van Limburg en van de
gemeenteraad van Maastricht, burgemeesters van omliggende
gemeenten en bekende industriëlen. Zij vormden het eerste
bestuur van de ‘Vereeniging’ en verspreidden een circulaire
door de provincie met een verzoek om steun. Bovendien
ontvouwden zij in die circulaire hun plannen om een kliniek
met zes bedden in te richten en stelden zij een begroting en
een investeringsplan op. De leden van de ‘Vereeniging’ moesten
zorgen voor de inkomsten en werden onderscheiden in gewone
leden en donateurs. De eerstgenoemden betaalden een
jaarlijkse bijdrage van drie gulden of dertig gulden ineens en de
donateurs het dubbele. Daarnaast werd subsidie aangevraagd bij
de provincie en de gemeentebesturen. Deze formule was
succesvol en de ‘Vereeniging’, waarvan de eerste statuten
dateren van 12 maart 1897, bleef tot 1954 actief.
Dr. Swart Abrahamsz werd geneesheer-directeur van
de kliniek, die nu eigendom was van de ‘Vereeniging’. De
kliniek verhuisde op 16 april 1897 naar een nieuw onderkomen
aan de Sint-Maartenslaan 37, waar de oogarts kon beschikken
over betere apparatuur en behandelingen kon uitvoeren met
behulp van galvanocaustiek. Operaties bij scheelzien wilde hij
ook verrichten, maar die waren volgens hem in Limburg niet
populair omdat de boeren dit soort operaties beschouwden als