Links onder : Voorgevel Hôpital de la Concorde , nu Universiteitsbibliotheek . Foto Harry Paping | RHCL , GAM F13202
Links : De twee hospitaalvleugels die in de jaren 1825 en 1826 werden gebouwd , bij de sloop in 1975 . | RHCL , GAM 14363
Onder : Brief van de directeur van het Hôpital de la Concorde aan het stadsbestuur van Maastricht . | RHCL
141
In de tweede helft van de negentiende eeuw nam de betekenis van de vesting Maastricht af . Het garnizoen werd in omvang teruggebracht en in 1867 volgde uiteindelijk de opheffing van van de nederlagen van de Fransen en het weer naderbij komen van het front werden de Maastrichtse hospitalen in januari 1814 opnieuw in gebruik genomen en een maand later werd in de redoutezaal nog een extra hospitaal voor herstellenden geopend . Ook in het Sint-Servaasgasthuis verbleven voor en na het vertrek van de Fransen weer militairen , in elk geval tot juli de vesting . Dit leidde tot de opheffing van het militair hospitaal in 1906 , een beslissing die in 1909 weer werd herroepen . Aan het gebruik van het gebouw voor de verpleging en verzorging van zieke militairen kwam pas definitief een einde toen in 1920 de ziekeninrichting op het terrein van de tegenwoordige Tapijnkazerne gereedkwam .
1814 . In de jaren daarna bleef uiteindelijk alleen het hospitaal Concorde of Eendracht aan de Grote Looiersstraat in gebruik . Bij diverse reorganisaties van de geneeskundige dienst van het leger bleef de instelling in Maastricht behouden als Vast Hospitaal of Garnizoenshospitaal . Een bouwkundig onderhoudsbestek uit 1824 maakt duidelijk dat er in het gebouw behalve ziekenzalen ook twee keukens , een waskeuken , een badkamer , lokalen voor de chirurgie , een laboratorium , een dodenhok , privaten en diverse bureaus waren . De binnenmuren moesten volgens het bestek wit worden geverfd , met uitzondering van de zaal voor de blinden die een groene kleur kreeg .
In de jaren 1825 en 1826 werd het complex uitgebreid met twee nieuwe vleugels achter het voormalige armenhuis . Hier kwamen zes grote ziekenzalen . De keuken , de waskeuken en het bad werden ondergebracht in het gedeelte dat de nieuwe vleugels met het oude gebouw aan de Grote Looiersstraat verbond . In dit oude gedeelte bevonden zich ook ziekenzalen en daarnaast de apotheek , het geneesmiddelenmagazijn en het laboratorium . In het vernieuwde complex konden onder normale omstandigheden vierhonderd zieken worden opgenomen ; in geval van nood kon de capaciteit worden opgevoerd tot 550 .