Pioniers Magazine oktober/ november/ december 2017 Thema: Taboes | Page 30

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL

Zit er volgens jou een taboe op orgaandonatie?

Ik hou zelf niet zo van het woord taboe noch van het gegeven dat taboes zouden moeten worden doorbroken. Doorbreken is een hard woord en impliceert een ruwe actie, terwijl het ook met liefde en zachtmoedigheid kan, zeker als het gaat over het stervensproces. Een van de thema’s waar ik mij sterk voor maak is evenwichtige en onafhankelijke informatie over orgaandonatie.

Maar als we het dan toch hebben over een taboe, en we kijken naar orgaandonatie dan lijkt het een taboe om te spreken over wat het proces betekent voor de donor. Het vraagstuk van orgaandonatie wordt namelijk nagenoeg uitsluitend bekeken vanuit het perspectief van de ontvanger.

Het is een gevoelig en complex thema. Voor mensen die een orgaan nodig hebben, is de nood hoog. Daar gaat dan ook alle aandacht naar uit. De medische mogelijkheden zijn er natuurlijk ook. Het lijkt heel vanzelfsprekend om orgaandonor te zijn.

Als je kijkt naar de donor, en ik vind dat je die mee moet nemen in het verhaal, zie je echter dat de belangen van de donor en die van de ontvanger met elkaar botsen. Ik heb het hier over donoren die hersendood zijn verklaard. Als je bij leven een nier afstaat bijvoorbeeld, is dat iets anders. Dan heb je je daar goed op voorbereid en handel je meestal vanuit altruïstische overwegingen.

Wat is volgens jou het dilemma met orgaandonatie?

Het dilemma is het hersendood-criterium. Wanneer je hersendood bent verklaard, sterf je op de operatietafel aan het uitnemen van de organen. Veel mensen weten dat niet. Je ontneemt daarmee iemands stervensproces. Je grijpt in en wat mij betreft is dat grensoverschrijdend en tegennatuurlijk. Het gaat mij niet om voor of tegen of goed en fout maar om de bewustwording van wat er gebeurt. Iedereen, donoren en ontvangers zijn gebaat bij het krijgen van een orgaan dat bewust en in liefde geschonken is en niet uit onwetendheid en onbewustheid. Dat is wat ik bedoel als ik het heb over het taboe om orgaandonatie vanuit het perspectief van de donor te zien.

Er is een heleboel weerstand als je geen donor wilt zijn. “Als jij er eentje nodig hebt, moet je ook niet zeuren en heb je er geen recht op,” is een veelgehoorde reactie van de omgeving. Hoe kijk jij daarnaar?

Ja, dat klopt. Dat wordt vaak gezegd. Ik kijk daar niet zo zwart wit naar. Als ik naar mezelf kijk, dan wil ik geen organen afstaan want ik hecht aan goed sterven, maar ik zou ook geen orgaan van iemand anders willen ontvangen. Voor mij persoonlijk is orgaandonatie en - transplantatie tegennatuurlijk. Mensen die een orgaan krijgen, moeten hun hele leven immuunonderdrukkende medicatie slikken om afstoting tegen te gaan. Dat geeft al aan dat het niet klopt, dat het orgaan niet overeenkomt met het nieuwe lichaam. Elk mens heeft een bepaalde trillingsfrequentie, zo ook een orgaan. De mate van bewustzijn, van informatie die in een orgaan besloten ligt, sluit nooit precies aan omdat we allemaal verschillend zijn.

Ik heb geen enkel oordeel over mensen die daar wel voor kiezen. Ik kan me voorstellen dat je als je een jonge moeder bent met jonge kinderen je daar heel anders tegenaan kijkt. Omdat je er voor je kinderen wilt zijn. De vraag is vooral: “Wat klopt er op jouw levensweg?” Dat is voor iedereen verschillend. Je kunt daar pas goed naar kijken als je beide kanten kent en weet hoe het hele proces in zijn werk gaat.