Pioniers Magazine juli/ aug/ sept 2017 Thema: Dualiteit | Page 20

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL

Aristoteles schreef het al: bij alle soorten met een mannetje en een vrouwtje, “uitgezonderd de beer en het luipaard, is het vrouwtje minder levendig dan het mannetje. De vrouwtjes zijn zachter en kwaadaardiger.” Verder stelt hij dat “vrouwen meer meelevend zijn dan mannen en sneller huilen, tegelijkertijd zijn ze meer jaloers, meer geneigd tot schelden, schaamtelozer, sneller moedeloos en bedrieglijker. De man is moediger en klaar om te helpen.” 2300 jaar geleden stond het er al: vrouwen zijn emotioneel en mannen, zoals Aristoteles elders opmerkt, zijn rationeel.

Hoewel Aristoteles de zondebok is van feministen die hem ervan beschuldigen de mannelijke overheersing in de westerse, filosofische canon te hebben geïnstitutionaliseerd, zeg ik dat hem geen blaam treft. In een krijgerscultuur waarin macht het credo was, waren mannen sterker en dat betekende automatisch “beter.” Aristoteles zag daar, als iemand die net als wij allemaal geloofde in de superioriteit van zijn cultuur, de expressie van een natuurlijke rangorde in. Volgens hem was de vrouw een mindere afgeleide van de man, om duidelijke en praktische redenen. Ze was niet echt geschikt voor het slagveld. In termen van de waarden van zijn tijd heb ik dus geen klachten over hem. Ik vind zijn gezichtspunt dat mannen en vrouwen de sterkere en zwakkere versie van iets zijn, in feite beter werkbaar dan het tegenwoordig gebruikelijke idee dat mannen en vrouwen afkomstig zijn van verschillende planeten.

Dit brengt me bij mijn punt: waarom zijn emotionele vrouwen en rationele mannen nog steeds het fundament voor mannelijke en vrouwelijke identiteit? Op dit punt in de 21e eeuw hangen we een geloof in gender gelijkheid aan en geloven we tegelijkertijd in fundamentele verschillen tussen vrouwen en mannen die een echo zijn van de ideeën van Aristoteles. Wat de oude geschiedenis fascinerend maakt, is een ramp in onze hedendaagse cultuur. Ik bepleit niet dat mannen en vrouwen hetzelfde zijn of zouden moeten zijn. Gelijkheid is niet op te vatten als “hetzelfde.” Het categoriseren van mannen en vrouwen binnen een polariteit van rationeel-emotioneel, wat dan impliciet “irrationeel” betekent, is echter wel problematisch. Als we willens en wetens een cultuur creëren waarin mannen en vrouwen beiden verantwoordelijk zijn voor zowel zorg als creatie met rationaliteit of emotionaliteit als de kern van ons idee van mannelijkheid of vrouwelijkheid, is dat zowel misleidend als zelfbedrog. Het is lastig dit besef in onszelf en onze cultuur te laten wortelen, omdat onze filosofie, wetenschap en psychologie al ten minste enkele duizenden jaren de waarheid van dit verschil verkondigen. Maar is het echt waar? Een blik op het bewijs suggereert dat deze overtuiging zelf ironisch genoeg een irrationele lijkt te zijn.

De notie dat vrouwen de emotionelere sekse zijn, heeft zich diep in onze individuele en collectieve psyche gegraven. Een onderzoek uit 2001 onder Amerikaanse volwassenen, heeft aangetoond dat een verbazingwekkende 90% geloofde dat het woord “emotioneel” vaker op vrouwen van toepassing was. Zoals Habermas zegt, wordt cultuur gebouwd op gedeelde, intersubjectieve overeenkomsten die de voornaamste aannames bepalen die we hebben over het zelf, de ander en de werkelijkheid. Deze aannames zijn onbewust, maar ze zijn versleuteld in taal, komen tot uitdrukking in de manier waarop we in ons vel steken en worden gedeeld via gewoontes en gebruiken. Het woord voor extreem emotioneel, hysterisch, komt van het Griekse woord voor baarmoeder. Als we aan een verwijfde man denken, suggereert ook deze term emotionaliteit. Wie we zijn, wordt gevormd door deze aannames en we zijn het er allemaal over eens dat vrouwen emotioneel zijn.