Pioniers Magazine januari/ februari/ maart 2018 Thema: Jonge pionier | Page 26

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL

steeds een mooie drijfveer: de authentieke kant laten zien van het leven, niet dat wat we ingevuld hebben, het masker ervan.

Vind je dat jongeren ten opzichte van volwassenen echter zijn?

Ik weet niet of dat zo is. Ik ben geïnspireerd door de survivalstrategie die kinderen ontwikkelen. Vanuit het perspectief van een kind is het zo dat je afhankelijk bent van de liefde van je ouders. Dat maakt het veilig. Als je vader of moeder bijvoorbeeld chagrijnig is, komt je veiligheid al in het gedrang. Als kind doe je er alles aan om die veiligheid (of liefde) weer terug te winnen. Daarvoor ontwikkel je als kind een strategie die je vaak ook nog als volwassenen met je meedraagt. Ik was eens bij een presentatie van Deepak Chopra, een Indiase spiritueel leraar en arts. Hij vertelde dat er vier basis survivalstrategieën zijn. Een daarvan wordt meestal dominant.

Bijvoorbeeld: een kind van 4 jaar dat buiten wil spelen: “Mamma mag ik nog even buiten spelen?” Mamma zegt: “Nee, nu niet Jantje.” Jantje voelt dat zijn veiligheid in het gedrang komt, mamma houdt niet meer van hem. In dat geval zijn er voor Jantje een aantal opties:

1. “Ah mamma, mag ik nog 5 minuten buiten spelen?” Mamma vindt het goed, want ze wil van het gezeur af zijn. Dit is in de beleving van het kind een succeservaring. Hij krijgt zo toch iets gedaan van mamma. Het is wel niet de echte liefde die nodig is, maar in ieder geval is mamma niet meer boos op Jantje. Een volgende keer zal Jantje deze strategie weer inzetten als dit werkte.

2. Je trekt je stilletjes terug in een hoekje. Je moeder komt je op je kamer opzoeken en zegt: “Wat zit je hier nou stil?” Jantje: “Ik mocht niet buitenspelen…” Moeder: “Nou vooruit, ga maar naar buiten.

3. De derde strategie is herrie maken. Je kent het vast wel: een stampvoetend, gillend kind dat in de supermarkt tekeer gaat omdat het geen snoep krijgt. Moeder wil van de gênante herrie af zijn en geeft het kind waar het om vraagt.

4. De laatste strategie is het slachtoffer zijn door te zeggen: “Ah.. Mijn broertje mag wel altijd buiten spelen.”

Dit begrijpen we altijd als het over kinderen gaat. Vaak blijven we onze meest succesvolle strategie als volwassenen ook nog inzetten en begrijpen dan bijvoorbeeld niet waarom zo’n - inmiddels onbewuste - strategie niet of averechts werkt. Er is een statement: geef me een kind van 7 en ik kan je vertellen wat voor man of vrouw het wordt.

Heb je een idee welke van deze strategieën het meest succesvol is bij de ontwikkeling van pioniersschap?

Dat is een lastige. Je zou zeggen ‘herrie maken,’ als je de brutaliteit hebt om je eigen ding te doen en je niet door de gevestigde orde te laten ontmoedigen. Je zou ook het stil terugtrekken kunnen zien als een voedingsbodem voor pioniersschap. Je kunt hele briljante software ontwikkelen natuurlijk vanuit die strategie. Ik vind dat een moeilijke vraag.

Vind jij jezelf een pionier?

Ja, dat denk ik wel. Ik ben altijd aan het experimenteren en aan het leren. Zoals ik al eerder zei: “Ik weet nog steeds niet wat ik wil worden als ik later groot ben.” Dat zie ik als een permanent pionierschap. Ik vraag me alleen af of ik voldoende gebruik maak van mijn pionierscapaciteiten en of ik ze wel voldoende inzet.

Ik vind het ongelofelijk leuk om met pioniers om te gaan omdat ze de wereld vaak zien zoals die nog niet is. Dat doen ze op basis van hoe ze de wereld tot dan toe hebben meegemaakt. Ze denken in mogelijkheden, avonturen en kansen en niet in het herhalen van iets wat we al weten. Ik denk dat de wereld ook pionierschap nodig heeft om te kunnen voortbestaan. Anders wordt het onze ondergang. We hebben zelf als samenleving te laat in de gaten wat voor enorme voordelen we hebben van pioniers. Op het moment dat ze opstaan, vormen ze een bedreiging en worden ze niet begrepen. Er zit iets geniaals in pioniers alhoewel niet iedere pionier een begaafd kind was.