Pioniers Magazine januari/ februari/ maart 2016 Thema: Transformatie | Page 42

bestuursraden, regeringen of traditionele religieuze richtingen, omdat het hun huidige functie is om te evolueren en systemen te ontwikkelen, niet om de huidige machtsstructuur te handhaven zoals die is.

Ofschoon het verlangen naar iets meer wijdverbreid is, is vaak onbekend wat dat iets is. We ontberen een visie omtrent wat we tot stand willen brengen. Onderzoekingen, congressen en symposia over de hele wereld zoeken antwoorden op grote problemen, maar toch mist er iets – we zien niet waar we heen gaan: we hebben weinig positieve visies op ons volgende evolutiestadium.

Onze media, die als een zenuwstelsel van onze planeet zijn, richten zich veel meer op afbraken dan op doorbraken. Ze filteren onze creativiteit en successen er uit, beschouwen die als minder nieuwswaardig dan geweld, oorlog en onenigheid. Wanneer we de kranten lezen en het tv- journaal bekijken, voelen we ons dichter bij een sterven van het maatschappelijk lichaam dan van een ontwaken. Ja, er is iets stervende: de media onderkennen niet dat er ook iets geboren wordt.

De noösfeer

Wereldwijd is er een radicaal nieuw verschijnsel opgekomen, maar dat is nog niet onderkend. Teillard de Chardin noemt het in zijn beroemde boek “Le Phénomène Humain” de noösfeer. De wortel van dit woord is het Griekse noös, dat ‘geest, verstand’ betekent. De noösfeer is de ‘geestessfeer, de denklaag van de Aarde, het omvattende maatschappelijke lichaam dat gevormd wordt door de menselijke intelligentie. Het bestaat uit alle spirituele, culturele, technologische en maatschappelijke vermogens van de mensheid, gezien als één onderling samenhangend superorganisme. Het wordt gevormd uit onze talen, uit onze kunst en muziek, onze religieuze en sociale structuren, onze grondwetten, onze communicatiesystemen, onze microscopen en telescopen, onze auto’s, vliegtuigen, raketten, laboratoria, en noem maar op.

Ofschoon we de geosfeer, de hydrosfeer en de biosfeer hebben geërfd, hebben we de noösfeer zelf voortgebracht. Individueel zijn we de laatste tweeduizend jaar fysiologisch noch intellectueel veel veranderd, maar het grotere maatschappelijke lichaam dat we vormen — de noösfeer — is met wezenlijke macht begiftigd.

We worden tegenwoordig geboren binnen een uitgebreid maatschappelijk en wetenschappelijk reservoir dat op Aarde nooit eerder heeft bestaan. Dankzij de collectieve maatschappelijke massa aan gedeelde intelligentie, capaciteiten en systemen reizen we naar de Maan, brengen we onze genen in kaart, kloneren we een schaap en zenden we televisiebeelden met de snelheid van het licht de hele wereld over.

Met dit lichaam, deze massa, vernietigen we mee en scheppen we mee. In dit lichaam worden imaginale cellen geboren — de nog onzichtbare maatschappelijke vlinder. Bewuste evolutie begint precies op dit punt in de geschiedenis omdat de noösfeer er rijp voor is en de mensheid de vermogens heeft gegeven om de evolutie naar eigen keuze te beïnvloeden. We kunnen de noösfeer niet zien. Noch onze filosofieën uit het verleden, noch onze religies, noch onze maatschappelijke, economische, technologische of wetenschappelijke systemen zijn in staat geweest de macht en kracht van dit collectieve lichaam te omvatten of te geleiden — een lichaam dat is opgebouwd door menselijke inspanning en intelligentie. Door de komst van het idee van ethische en bewuste evolutie echter kunnen we misschien ontdekken welke wijze van handelen in welke richting ons naar een onmetelijke en positieve toekomst leidt. Zonder zo'n nieuw wereldbeeld om ons te leiden zal het planeetsysteem in toenemende mate scheefgroeien en zich destructief ontwikkelen.