Pioniers Magazine januari/ februari/ maart 2016 Thema: Transformatie | Page 39

Met behulp van deze analogie kunnen we zien dat tijdens de jaren ’60 ons maatschappelijke stelsel disfunctioneel begon te worden, of ‘uiteen begon te vallen’ onder de Koude Oorlog en de bedreiging van het milieu, de groeiende overbevolking, verontreiniging en sociale ongelijkheid. Naarmate er meer mensen wakker werden, werden ze imaginale schijfjes in het lichaam van de samenleving. De milieubeweging, de anti- oorlogsbeweging, het Apollo-ruimteprogramma, de vrouwenbeweging, de bewegingen voor burger- en mensenrechten, nieuwe muziek, transcendente meditatie, yoga en geestverruimiende middelen vormden voor een jongere generatie een aanmoediging om als instrument op te treden voor hervorming van de maatschappij – strevend naar de geboorte van de nog onzichtbare maatschappelijke vlinder. Maar was ons de gelegenheid geboden om een nieuw soort samenleving te vormen, dan zouden we ineengestort zijn. We waren in die tijd te jong, met te weinigen ook en te onervaren om een rechtvaardiger, menselijker en het leven vriendelijker gezinde samenleving voort te brengen. En vaak, als er nieuwe leiders naar voren traden, werden ze aangevallen door het afweersysteem van de maatschappij, dat vocht om de maatschappelijke orde van de rups te handhaven — getuige de moorden op Gandhi, John F. Kennedy en Martin Luther King jr.

De nieuwe maatschappelijke processen, structuren en stelsels voor beter onderwijs, algehele gezondheidszorg, economische rechtvaardigheid, herstelvriendelijke ontwikkeling en vele andere vereisten voor het komende tijdperk, waren nog niet aan de oppervlakte gekomen — en zijn dat nog steeds nauwelijks. Hoewel we ons individueel naar een ontwikkeling van het spiritueel en menselijk potentieel begonnen toe te bewegen, was er nog geen samenhang in de beweging naar het maatschappelijk potentieel dat ons naar evolutie van onze gemeenschappen en van de samenleving als geheel kon begeleiden. Gedurende de afgelopen dertig jaar hebben onze maatschappelijke en economische basisstelsels getracht de status quo te handhaven, ondanks alle waarschuwingen dat het oude doen en laten, vooral dat van de ontwikkelde wereld, niet langer houdbaar was. In veel opzichten zijn onze bestaande systemen niet menselijk: dakloosheid, honger, ziekte en armoede slokken de levens van honderden miljoenen mensen op, en het milieu blijft achteruitgaan. We kunnen de reactionaire en conservatieve houding in de laatste tientallen jaren zien als een overlevingsmechanisme — zoals het afweersysteem van de rups star aan de oude structuren vasthoudt totdat een nieuw systeem rijp genoeg is om te functioneren. Terwijl we de 21ste eeuw zijn binnengegaan worden miljoenen mensen op elk terrein, van elke cultuur en etnische groepering wakker. De imaginale schijfjes rijgen zich aaneen, worden imaginale cellen, en beginnen zich door het hele lichaam van de maatschappij te vermenigvuldigen. Ieder die zegt „Ik weet dat ik meer kan zijn," „Ik kan meer doen," „De wereld hóeft niet zo te zijn," is een imaginale cel in de opkomende cultuur van menselijkheid. Het maatschappelijke immuun-systeem begint zich over te geven naarmate het nieuwe bewustzijn zich overal verheft. In hun „Global consciousness change: indicators of an emerging paradigm" [Mondiale bewustzijnsverandering: indicatoren van een opkomend paradigma] schrijven Duane Elgin en Coleen LeDrew: