Organen en orgaandonatie Dec. 2013 | Page 47

Donatiedossier

46

7.Moet u nog medicijnen slikken? Mogen wij vragen welke en

waarom?

Meneer Schiphouwer slikt tegenwoordig heel wat medicijnen. Ten eerste

slikt hij medicijnen tegen een hoge bloeddruk, om te voorkomen dat zijn

bloeddruk weer hoger dan tweehonderd wordt en hetzelfde weer mee te maken. Dit medicijn alleen al kost duizend euro per maand. Ten tweede slikt hij immuun repressiva tegen afstotingsverschijnselen. Het blijft het orgaan van zijn vader, dus is en blijft het niet zijn eigen weefsel. Ook slikt hij maagbeschermers en ontstekingsremmers. Door de immuun repressiva kwamen ziektes die al in zijn lichaam zaten en normaal pas later de kop opduiken eerder naar boven. Hierdoor heeft hij nu ouderdomsdiabetes. Hiervoor spuit meneer Schiphouwer insuline, er moet hiervan nu altijd 8 mg in zijn bloed zitten. Daarom moet hij 12 mg slikken. Op een ander, nieuwer medicijn overstappen doet hij ook niet, omdat er dan een kans bestaat dat er even geen 8 mg in zijn bloed zit. Er zouden dan afstotingsverschijnselen kunnen gaan plaatsvinden. Dit zou ook kunnen als hij zijn medicijnen te laat inneemt.

8.Is de levensverwachting van iemand met een donororgaan anders dan die van iemand met het oorspronkelijke orgaan?

Je kunt gemiddeld twintig tot dertig jaar met een donororgaan doen. Meneer Schiphouwer wist verder geen zeker antwoord op deze vraag te geven.

9.Hoe gaat het nu met u? En wordt u, naast dat u medicijnen moet slikken, nog op een andere manier belemmerd door het feit dat u een donororgaan heeft?

Het gaat nu goed met meneer Schiphouwer. Hij vindt het wel ‘jammer’ dat hij geen antwoord heeft en zal krijgen op de vraag waarom hij ziek is geworden. Sporten was in het begin even wat lastiger, maar gaat nu ook goed. In het begin heeft hij erg rustig aan gedaan met zijn buikspieren. Ook heeft hij meegedaan aan een revalidatietrainingstraject met allemaal oudere mensen. Dit ging erg goed: ‘Ik ging er vol energie in en kwam er ook weer vol energie uit.’ Meneer Schiphouwer zal zijn nier voor altijd kunnen vastpakken, omdat deze onder zijn buikspieren is geplaatst. Hij gaat nu vier keer per week naar de sportschool. Als hij buikspieroefeningen doet voelt hij de hele dag zijn nier zitten, maar hier is hij inmiddels wel aan gewend. Ook zullen zijn buikspieren nooit zo sterk worden als die van iemand waarbij ze niet zijn doorgesneden. Dit geeft meneer Schiphouwer aan als zijn voornaamste beperking. Ondanks dat het goed gaat met sporten zal hij echter nog wel moeten oppassen met bepaalde activiteiten. Hierbij gaat het dan vooral om contactsporten, zoals kickboksen. Ook is meneer Schiphouwer psychisch veranderd: ‘Ik was eerst impulsief en wou veel dingen doen. Nu ben ik relaxter en stel ik minder hoge eisen aan mezelf. Ook ben ik minder snel onder de indruk van dingen. Als iemand nu bijvoorbeeld griep heeft en zit te zeuren, denk ik: stel je niet zo aan.’

10.Bent u (nu) zelf ook donor?

Meneer Schiphouwer was voor zijn ziekteperiode ook

al donor. Alleen wou hij eerst zijn huid en hoornvlies

niet doneren. Na zijn ziekteperiode maakte dit hem

niet meer uit, omdat hij zelf heeft ervaren hoe fijn en

belangrijk het is om een donororgaan te ontvangen.

Christiaan Schiphouwer is ook donor