de lever
25
Ligging
De lever zit boven in de buik net onder het middenrif en heeft een bruine kleur. De vorm van de lever is te vergelijken met een taartpunt. Het grote deel zit aan de rechterkant en de punt loopt door tot in linksboven in de buik.
De laagste ribben beschermen de lever grotendeels. De galblaas ligt tegen de lever aan. Bij kleine kinderen past de lever in de palm van een volwassen hand. Bij grote kinderen en volwassen is de lever veel groter en kan 1 tot 1,5 kg zwaar zijn, hij is hiermee, op de huid na, het grootste en zwaarste orgaan van het lichaam. Per minuut stroomt er anderhalve liter bloed door de lever.
De lever bestaat uit acht aparte segmenten. Elk segment bezit alle leverfuncties, alle bloedvaten en een galweg. Door deze unieke eigenschap kan een donorlever ook worden verdeeld in kleinere volledig functionele delen. Dit is te vergelijken met een boom. Door een tak van de boom te nemen en in de grond te zetten kan deze weer uitgroeien tot een volwaardig nieuwe boom. Door die eigenschap kan ook een deel van een donorlever gebruikt worden voor transplantatie. Dit deel kan vervolgens groeien tot het formaat van een volwassen lever.
De ligging van de lever met de gedeeltelijke bescherming van de ribben, ook aangegeven zijn de linker- en rechter longkwab
Functie
De lever is te vergelijken met een ingewikkelde fabriek met veel verschillende functies. Zonder een goede lever kan het lichaam niet goed functioneren. De lever is met name belangrijk voor:
• productie van belangrijke eiwitten;
Eiwitten worden gebruikt voor de opbouw van weefsels. Zo bestaan spieren voor een groot deel uit eiwitten. Ook worden eiwitten gebruik voor het transport van allerlei stoffen door het lichaam. Eiwitten zijn ook betrokken bij het regelen van chemische reacties overal in het lichaam. Tenslotte hebben eiwitten een belangrijke functie bij het overbrengen van signalen en berichten in het lichaam. Als signaaleiwitten in de lever niet goed worden geproduceerd, dan kan het zijn dat andere organen in het lichaam ook niet goed kunnen werken.
• productie en opslag van energie en brandstoffen;
Een lichaam heeft constant brandstof nodig voor warmteproductie, het goed laten verlopen van chemische processen en voor de opbouw en vervanging van weefsels. De lever zet vetten en suikers uit de voeding om in brandstoffen. Deze brandstoffen worden via het bloed naar alle cellen van het lichaam getransporteerd. Verder kunnen in de lever energievoorraden worden opgeslagen. Deze voorraden kunnen worden gebruikt op het moment dat er onvoldoende brandstof uit bijvoorbeeld het eten beschikbaar is, zoals tijdens de slaap of bij langdurig vasten.
Als de lever door een leverziekte niet goed werkt kan het zijn dat de energievoorziening naar de lichaamscellen in gevaar komt. Dit kan leiden tot een lage bloedsuikerspiegel of slechte groei.