Het eerste wat A deed, toen hij conciƫrge werd
op het Rooms-Katholiek Gymnasium, was het
ophangen van een klachtenbord. Dat leverde
weinig op. Katholieken klagen niet, maar
biechten. Dat is een klacht over jezelf, maar
gericht op verlossing. Wat maakte klagen voor
A nou zo lekker? Dat je kan klagen en dat het
daarbij blijft. Geen oplossing, geen vervolg.
Lekker klagen. Een nanoseconde schoot het
door A zijn hoofd om een biechtstoel neer te
zetten. Een nanoseconde later verwierp hij het
idee. Twee keer een miljardste van een
seconde en dat allemaal in A zijn hoofd. Elke
ochtend deed A de deur open van zijn hokje,
want meer was het niet. Geen raam waar A de
buitenwereld kon zien. Maar een ruit met
staaldraad. Niks te doen, wel veel voeten die
langs zijn hokje liepen. Na zijn ervaring in de
bioscoop, kocht A een URL.
6