de kennel slecht en begon met
haar bakken te smijten. Destijds
waren alle kantoren en extra
kamertjes al bezet door andere
honden. Ik zei gelijk dat Ciaar bij
mij mocht komen, dat we het in
ieder geval konden proberen.
Ik weet nog zo goed dat Mirjam
tegen mij zei met een brede
lach en twinkeling in haar ogen:
“Ciaar lacht!” Ik wist niet goed
wat ik me daar bij voor moest
stellen. Ik moest er niet van
schrikken want het kon er nogal
dreigend uit zien, werd mij
gezegd. Ik werd wat argwanend
en twijfelde of het een slim idee was om zo snel ja te hebben gezegd.
En daar kwam ze, een grote gestroomde kruising Amerikaanse buldog
vrouwtje. Ze rende binnen met opgetrokken lippen en keek me met
een enorm maf hoofd aan. Ik richtte mij naar Mirjam en die zei weer
met dezelfde glimlach: “Kijk, ze lacht!”
Ik heb even aan haar glimlach moeten wennen, m