Marine Magazine Jaargang 2, februari 2017 | Page 39

De
Operationele Energiestrategie ( OES ) ligt bij de Tweede Kamer . De groeiende energiebehoefte van Defensie heeft grote invloed op de effectiviteit van de inzet van militaire middelen . Vraag is in hoeverre nieuwe onderzeeboten bijdragen aan de ambities van de OES om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen .

Naast operationele overwegingen wil Defensie haar maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan de Europese en nationale doelstellingen om klimaatverandering tegen te gaan . De OES kent drie speerpunten : missie , ambitie en strategie .

Missie – Defensie richt zich op het terugdringen van de energieafhankelijkheid in operaties en de voorbereiding daarop , en vergroot daarmee de effectiviteit , efficiëntie en weerbaarheid van de krijgsmacht . Gelijktijdig wordt hiermee de belasting op het milieu verminderd en geeft Defensie invulling aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid .
Ambitie – De krijgsmacht is in 2050 in staat om grotendeels onafhankelijk van fossiele brandstoffen op te treden en voor langere duur operaties uit te voeren zonder aanvoer van energie . Defensie heeft de volgende ambities : in 2030 is de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen met tenminste 20 procent gereduceerd ten opzichte van 2010 . In 2050 is de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen met tenminste 70 procent gereduceerd ten opzichte van 2010 . In 2030 wordt 50 procent van de benodigde energie op kampementen duurzaam opgewekt . In 2050 zijn kampementen volledig zelfvoorzienend op energiegebied .
Strategie – Versterken kennisbasis en het innovatieve vermogen op het gebied van energie . Structureel reduceren van het energieverbruik . Vergroten aandeel van duurzame energie in de energievoorziening in operaties . Bevorderen van individueel en collectief energiebewust gedrag .
Technologie “ Systemen die de komende tien tot vijftien jaar op de markt komen zijn veelal gebaseerd op bestaande technologie . Meer winst kan worden geboekt bij de introductie van nieuwe wapensystemen , op basis van doorbraaktechnologieën op energiegebruik ,” stelt kapitein ter zee bd . Marcel Hendriks Vettehen , adviseur marine bij de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid ( NIDV ) en voorzitter van het Operationele Energie Platform . ( Hij publiceert regelmatig artikelen over Defensie en energievraagstukken op de website energievoorinzet . nl .)
De Koninklijke Marine beschikt over vier dieselelektrische onderzeeboten van de Walrusklasse . De levensduur loopt tot 2025 . De marine wil de boten tegen die tijd vervangen . In juni 2016 stuurde minister Hennis van Defensie de zogenaamde A-brief over de vervanging van de Walrusklasse onderzeeboten aan de Tweede Kamer . In deze Kamerbrief schrijft Defensie over
de eisen , maar ook over internationale samenwerking met Duitsland , Noorwegen en Zweden . Met deze brief is de komst van onderzeeboten overigens niet zeker . Hennis schrijft dat in de volgende fase ( de zogenaamde B-fase die loopt tot 2018 ) onderzoek gedaan moet worden naar óf de capaciteiten van de Walrusklasse wel vervangen moeten worden door onderzeeboten .
Gevechtskracht Alleen wapensystemen die minder brandstof gebruiken dan de wapen systemen die ze vervangen , dragen bij aan een veiligere wereld , stelt Hendriks Vettehen . “ Onderzeeboten gebruiken in relatie tot hun gevechtskracht ogenschijnlijk al veel minder brandstof dan andere lucht- , land- , en zeesystemen . Nieuwe technieken en betere hydrodynamische ontwerpen maken het mogelijk om nieuwe onderzeeboten nog energie-efficiënter te maken dan de Walrusklasse . Gelet op ambities van de OES ligt investeren in nieuwe energie-efficiënte onderzeeboten dan ook voor de hand .”
Hij vervolgt : “ Onderzeeboten hebben van oudsher een elektrische voortstuwing . Ze zijn daarom bij uitstek geschikt om gebruik te maken van de enorme ontwikkelingen op het gebied van elektrificatie en elektrisch rijden . Nieuwe energieopwekking , distributiesystemen , vermogenselektronica , elektromotoren en batterijsystemen maken een stormachtige groei door . Door het vervangen van de traditionele loodzuurbatterijen door moderne energieopslagsystemen kan met minder energie de snuivertijd worden verkort en de boot langer onder water blijven . De compacte , gesloten en industriële opzet maken onderzeeboten bovendien erg geschikt om allerlei nieuwe technieken toe te passen om efficiënter te koelen , te verwarmen en de restwarmte te hergebruiken .”
“ Op het in 2016 in Den Haag gehouden Planetary Security Initiative betoogde de Commandant der Strijdkrachten , generaal Tom Middendorp , dat veiligheid niet kan bestaan zonder klimaatveiligheid . Het gebruik van duurzame biobrandstoffen door Defensie kan daaraan bijdragen . Biobrandstoffen zijn met mogelijk enige aanpassingen in het ontwerp van onderzeeboten waarschijnlijk ook daar goed toepasbaar . Voor het vinden van oplossingen is de kennis van de kennisinstituten nodig en de innovatie van het bedrijfsleven . Een sterke relatie met industrie en kennisinstituten is voor Defensie dan ook essentieel ,” aldus Hendriks Vettehen .
Riekelt Pasterkamp is als freelancejournalist gespecialiseerd in defensie en veiligheid . Hij werkte ruim 20 jaar in de dagbladjournalistiek en heeft zijn eigen mediabedrijf TekstPast .
MARINE MAGAZINE
39