MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 54

1896
1908
Jos van Engelshoven Gerrit Kemerink

3

Röntgen- en radiumtherapie begin twintigste eeuw

1896

Leopold Freund bestraalt met succes een grote harige moedervlek .

1908

Röntgentherapie tegen vele aandoeningen .
In het begin ging het vooral om diagnostiek . Ook de technische ontwikkelingen waren met name daarop gericht . Deze leidden bijvoorbeeld tot contrastverbetering en kortere belichtingstijden . Maar al snel brachten de huidreacties die optraden na blootstelling aan straling , zoals haaruitval en ernstige irritaties , artsen op het idee dat röntgenstraling ook therapeutisch toe te passen moest zijn . De eerste publicaties over röntgentherapie hadden vooral betrekking op ( goedaardige ) huidaandoeningen . Er werd echter sporadisch ook geschreven over
52
Pagina 50 : Radiotherapiekamer in het Hôpital Cochin in Parijs , 1914 .
( Van Tiggelen , Radiology in a Trench Coat Academia Press Gent België 2013 ) röntgentherapie bij kwaadaardige inoperabele gezwellen .
De Oostenrijker Leopold Freund ( 1868 -1943) geldt als de grondlegger van de radiotherapie . Ook hij had gezien dat haren na blootstelling aan röntgenstraling uitvielen . In 1896 bestraalde hij met succes een grote harige moedervlek ( naevus ) op de rug van een vijfjarig meisje . Röntgenbestraling werd hierdoor spoedig een populaire behandeling tegen excessieve haargroei ( hypertrichosis ). Dit leidde weer tot andere toepassingen , zoals het bestralen van eczeem of van schimmelinfecties op het hoofd . Ook die behandelingen waren meestal succesvol . Zo groeide geleidelijk de gedachte dat zwakke stralenwerking weefselgroei prikkelde , krachtige stralenwerking die groei belemmerde of zelfs celdood veroorzaakte en dat niet alle weefsels voor bestraling even gevoelig waren .
Gelijktijdig deed zich een andere ontwikkeling voor , die vanuit Denemarken in gang gezet was . De Deense arts Niels Ryberg Finsen ( 1860 -1904) had in 1897 laten zien dat blootstelling aan geconcentreerd ultraviolet ( UV ) licht een genezend effect had op huidtuberculose ( lupus vulgaris ), een ziekte die toen veel voor kwam . In 1903 zou hij voor de ‘ Finsentherapie ’ de Nobelprijs krijgen . Men had gezien dat bij deze behandeling de huid eerst rood werd en dat daarna blazen ( bulleuze dermatitis ) ontstonden , geheel vergelijkbaar met het effect van röntgenbestraling . Daarom ging men huidtuberculose ook met röntgenstralen behandelen . En met succes .
Eveneens kort na Röntgens ontdekking werd al melding gemaakt van het bestralen van kanker , onder andere van keelkanker , borstkanker en maagkanker . Het ging toen nog uitsluitend om casuïstische mededelingen en niet om systematisch onderzoek . Vooral dermatologen en chirurgen waren daarbij betrokken . De vergaderverslagen van hun beroepsverenigingen in het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde ( NTvG ) maken melding van de resultaten van