MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 32
Bunsen-beker. Element om Galvanische elektriciteit op te wekken.
(Instrumentencollectie van het Centre Céramique, Maastricht)
Dit verschijnsel werd in de negentiende eeuw door allerlei
onderzoekers bestudeerd. De Duitse natuurkundige
Johann Hittorf (1824 -1914) noemde in 1869 deze lichtboog
‘kathodestralen’ en de lichtverschijnselen in het gas en in
de glaswand, daar waar de kathodestralen het glas troffen,
werden luminescentie genoemd. Ook de Brit Sir William
Crookes (1832-1919) experimenteerde met kathodestralen
en liet zien dat in de buis aangebrachte radertjes tijdens de
gasontlading gingen ronddraaien, suggererend dat ze door
deeltjes getroffen werden. De fysicus Thomson (1856-1940)
30
ook ‘gasbuizen’ genoemd. Faraday had immers al gezien
identificeerde deze deeltjes in 1898 als elektronen. Crookes
dat, als hij een elektrische stroom door een met verdund
toonde ook aan dat de kathodestralen door magneten
gas gevulde glazen buis leidde, er zich merkwaardige
afgebogen konden worden. Het belangrijkste experiment
lichtverschijnselen voordeden. Dit onderzoek kreeg een
dat aan Röntgens ontdekking voorafging, werd in 1892
impuls toen de Duitse glasblazer Geissler (1814 -1879) in
door de in Duitsland werkende Philip Lenard (1862 -
1855 een kwikvacuümpomp ontwikkelde, waarmee die
1947) uitgevoerd door zo’n vacuüm glasbuis van een dun
buizen beter vacuüm gezogen konden worden. Er ontstaat
aluminium venster te voorzien. De lucht buiten de buis
dan, na het aanbrengen van een spanning, een lichtboog
bleek dan elektrisch geladen te worden en de doorgelaten
die vlak achter de negatieve pool (kathode) begint en
straling kon fotografische platen belichten. Hij toonde aan
eindigt bij de positieve pool (anode).
dat dit door de kathodestralen kwam.