MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 27
Stethoscoop volgens René Laënnec. Maijer,J; Utrecht 1830.
(Collectie Boerhaave Museum Leiden)
René Laënnec, omringd door zijn leerlingen, luistert in het Hôpital Necker in
Parijs naar de longgeluiden van een patiënt met phtisis (tuberculose). Hij heeft
zijn stethoscoop in zijn linker hand. Muurschildering van Théobald Chartran
(1849 -1907) in de Sorbonne in Parijs. (Chancellerie des Universités de Paris)
gedoceerd werd, in onbruik en ging men nadenken over
de oorzaken van ziekte en gebrek. En pas toen ontwikkelde
de geneeskunde geleidelijk haar wetenschappelijke basis.
In plaats van het bestuderen van de oude boeken ging
men zelf op onderzoek uit. De filosofie van de Verlichting
heeft dit proces in belangrijke mate bevorderd. In het
Verlichtingsdenken stond het lot van de ziel niet langer
centraal, maar werd de nadruk gelegd op het aardse
bestaan en op het verbeteren van de omstandigheden hier
en nu. De geneeskunde moest daar behulpzaam bij zijn.
Geloof en gebed waren niet langer de aangewezen weg
naar genezing.
Daar kwam bij dat als gevolg van de Franse revolutie de
Verlichtingsdenkbeelden over staat en overheid in praktijk
werden gebracht. Het grondgebied en de mensen die
daarop woonden, werden niet langer gezien als persoonlijk
bezit van de vorst; het volk was nu soeverein en gaf macht
uit handen aan de overheid in ruil voor het leveren van
overheidsdiensten in belang van het volk. Het bewustzijn
groeide dat de staat een verantwoordelijkheid had voor het
school van Parijs, jaarlijks rond vijfduizend patiënten
welzijn van haar burgers. Dat was ook wel nodig, want door
klinisch observeren. Die observaties werden steeds vaker
de snelle industrialisatie trok de arme plattelandsbevolking
vergeleken met bevindingen bij lijkschouwing (autopsie)
naar de steden, waar men opeengepakt moest leven in
en zo ontstond inzicht. De medische opleiding werd
smerige achterbuurten. Ziekte behoorde tot de orde van de
gemoderniseerd en geleidelijk verdween het eeuwenoude
dag en vaak werd men niet ouder dan veertig jaar.
onderscheid tussen de praktisch ingestelde heelmeester
Aan het einde van de achttiende eeuw ontstonden
of chirurgijn, en de meer beschouwende academisch
in grote stedelijke agglomeraties, zoals Parijs, door
gevormde Medicinae Doctor. In de zeventiende eeuw was,
staatsbemoeienis ziekenhuizen met duizenden bedden,
behalve het gesprek met de patiënt over zijn klachten
waardoor geneesheren op grote schaal zieken en
en ziektegeschiedenis (anamnese), de observatie van
ziekten konden observeren. Terwijl het ziekenhuis van
de patiënt met het voelen van de pols de belangrijkste
de beroemde geneesheer Herman Boerhaave (1668 -
methode om tot een diagnose te komen. Vanaf het begin
1738) in Leiden slechts 12 bedden had, kon Jean-Baptiste
van de negentiende eeuw begon de geneesheer de
Bouilaud (1796 -1881), een van de leiders van de klinische
patiënt actief te onderzoeken; daarbij gebruikte hij steeds
25