MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 19

In 1622 ontdekt Gasparo Gaselli in Pavia bij de vivisectie van een hond de lymfevaten en chylus , het lymfevocht. In 1651 beschrijft Jean Pecquet in Experimente Nova Anatomica het centrale lymphevat in de borstholte, de ductus thoracicus. de oncologische literatuur, maar bepaalde ook het (1581 -1625) van belang voor de oncologie. De beeld van zwartgalligheid en taboe. Hippocrates Franse chirurg Henri le Dran (1685 -1770) beschreef en Galenus adviseerden een terughoudend beleid de verharding van lymfeklieren en ophoping van bij de behandeling van kanker. Uitwendig werden lymfevocht (chylus) in het verloop van kanker. Als zalven toegepast, de overmaat aan zwarte gal gevolg van deze waarnemingen ging men geleidelijk werd behandeld met aderlatingen, lavementen en lymfe zien als oorzaak van kanker, in plaats van purgeren. zwarte gal. De gedachte was dat lymfe na lekkage uit lymfevaten stolde en aanleiding gaf tot goedaardige Andere gedachten, lymfe en ontsteking gezwellen. Fermentatie van lymfe zou dan vervolgens Belangrijke ontwikkelingen in de geneeskunde de oorzaak zijn van kwaadaardige gezwellen. Deze gedurende de Renaissance vormden de basis voor ‘lymfetheorie’ werd door medische grootheden als andere gedachten over de oorzaak van kanker. Door Friedrich Hoffmann (1660 -1742) in Halle en John het werk van Vesalius (1514 -1564) op de sectietafel Hunter (1728 -1739) in Londen ondersteund. van het anatomisch theater in Padua werd het raadsel Naast de degeneratie van lymfe als oorzaak van van de menselijke anatomie ontrafeld. Vesalius kanker werd door anderen, waaronder Boerhaave zag bloed en lymfevocht in het hele lichaam, maar (1688-1738), gedacht aan ontsteking. Kanker zou geen zwarte gal. Vervolgens was de ontdekking van een ontaarde ontsteking zijn. In de Kortbondige het lymfestelsel door de anatoom Gasparo Aselli spreuken wegens de ziektens schrijft Boerhaave in de 17