MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 180
MAASTRO trials
Onderzoekers van GROW en MAASTRO hebben onderzocht in hoeverre
verschillen in het DNA-materiaal van de mitochondriën, de energiecentrales
MAASTRO trials coördineert klinische en preklinische trials en is
van een cel, een rol spelen bij de bijwerkingen van radiotherapie. Het
verantwoordelijk voor de correcte methodologie en vaak ook voor de
DNA-materiaal kan eenvoudig worden geïsoleerd uit bloed of speeksel. In
praktische uitvoering ervan. Zo wordt er samen met MAASTRO physics
een eerste studie is bij patiënten met longkanker een verband aangetoond
en MAASTRO lab gewerkt aan het verbeteren van de resultaten van
tussen schadelijke genetische varianten en de stralingsgevoeligheid. Om het
beeldvorming, door bijvoorbeeld het klinisch introduceren van de tracer HX4,
cumulatieve effect van deze varianten te bepalen zijn specifieke algoritmes
een nieuwe biomarker voor hypoxie. MAASTRO lab heeft hierover de eerste
ontwikkeld die een hoge voorspellende waarde blijken te hebben. Dat
preklinische studie gepubliceerd (dierexperimenteel proof of principle).
betekent voor de praktijk dat aan de hand van het DNA van de mitochondriën
MAASTRO trials heeft inmiddels ook de daarop volgende fase 1-studie
de optimale stralingsdosis per patiënt kan worden berekend. Dat mag met
verricht (humane studie met betrekking tot toxiciteit en dose findings en
recht ‘behandeling op maat’ heten. Deze test kan ook nuttig zijn bij het
meerdere fase 2-studies (effecten, bijwerkingen).
selecteren van hoogrisico patiënten die dan wellicht meer geschikt zijn voor
Ook assisteert MAASTRO trials de clinici bij het testen van nieuwe
protonentherapie. Momenteel wordt met een subsidie van het ‘Nederlandse
therapieën, die vaak gebaseerd zijn op bevindingen van MAASTRO lab.
Genoom Initiatief ’ (NGI-NWO) gewerkt aan verdere validering in een grotere
Zo zijn er trials gedaan met medicijnen, eerst bij proefdieren en later
patiëntenpopulatie.
bij patiënten, die het effect van bestraling zouden kunnen versterken of
verminderen. Een aantal van deze geneesmiddelen is ontwikkeld in en
MAASTRO een eigen datacentrum (Data Center MAASTRO, DCM), dat
gepatenteerd door MAASTRO lab (b.v. Carbonic Anhijdrase IX inhibitoren.
gecertificeerd is door het KWF en RTOG (Radiation Therapy Oncology Group,
Uiteraard worden er ook trials opgezet op basis van literatuurinformatie
VS). Dit centrum houdt zich bezig met de coördinatie van wetenschappelijke
en veel van die trials worden in meerdere onderzoekscentra tegelijkertijd
projecten en klinische trials. Het centrum verzorgt de registratie en analyse
uitgevoerd. Vrijwel altijd is een van de doelen input te leveren aan de
van reguliere klinische en research data. Het levert ook administratieve en
beslismodellen.
praktische ondersteuning bij de voorbereiding, implementatie, evaluatie en
Een goed voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de betekenis
rapportage van klinische en preklinische studies en geeft methodologisch
van genetische varianten in mitochondriaal DNA. Omdat radiotherapie
en statistisch advies bij het opzetten ervan. Het datacentrum ziet erop toe
bij tien procent van de patiënten ernstige bijwerkingen veroorzaakt, is
dat al het onderzoek gebeurt volgens de strikte regels voor mensgebonden
de huidige praktijk dat bij alle patiënten gestart wordt met een lage,
onderzoek, de richtlijnen van Good Clinical Practice (GCP), zoals die door
veilige stralingsdosis. Dit heeft als consequentie dat de meerderheid
de overheid gesteld zijn, en ziet erop toe dat alle onderzoekers binnen
van de patiënten niet de meest effectieve dosis krijgt. Het is dus van het
MAASTRO GCP-gecertificeerd zijn. Met andere woorden, het DCM, dat een
grootste belang de patiënten met een grote kans op bijwerkingen vooraf te
nauwe band heeft met het MAASTRO lab en met de biobank (de centrale
identificeren, zodat per patiënt de optimale (maximale) stralingsdosis kan
weefselopslagfaciliteit) van het MUMC+, waarborgt de kwaliteit van het
worden gegeven met conventionele bestraling of met protonen. De huidige
onderzoek.
Voor de ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek heeft
beschikbare tests zijn hiervoor onvoldoende betrouwbaar.
178
Voorbeeld van klinisch onderzoek. Herhaalde PET/
CT-scans van een patiënt met rectumkanker die
behandeld is met een lange serie bestraling (50.4 Gy)
en chemotherapie. De tumor, de meest aan de rugzijde
gelegen PET-actieve structuur, vertoont gedurende de
behandeling na twee weken al een respons (verminderd
PET-activiteit en kleiner metabool volume).
Twee maanden na de behandeling, vlak voor de resectie,
is er geen PET activiteit meer in de tumor te detecteren.
Deze patiënt had dan ook bij pathologie een complete
respons. In de toekomst zou een dergelijke patiënt
eventueel een operatie bespaard kunnen blijven.