MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 149

Gouverneur dr . J . Kremers bij de opening van de nieuwbouw van het RTIL en ingebruikneming van de derde lineaire versneller in 1989 . V . l . n . r .: dr . De Jong ( directeur ), mevr . Van Gemert-Veringa ( bestuurslid ), dr . Rozeman ( voorzitter van het bestuur ) en gouverneur Kremers . ( Atrium MC Heerlen )
Toch kwam de vierde versneller in Maastricht , maar :
(…) ongeacht wie dit realiseert : deze voorziening zal integraal onderdeel uitmaken van de radiotherapeutische organisatie in de provincie Limburg en derhalve als onderdeel van het totaal vallen onder de bestuurlijke en organisatorische verantwoordelijkheid van het RTIL . zelfstandigheid . In 1992 stelde de faculteit Geneeskunde van de Rijksuniversiteit Limburg een structuurcommissie radiotherapie in . Deze kwam met het voorstel om een fulltime hoogleraar radiotherapie aan te stellen , die voor 0,3 fte zou worden ondergebracht bij de universitaire klinische vakgroep interne geneeskunde en voor 0,7 fte bij het azM als hoofd van de afdeling radiotherapie . Dat standpunt leverde gespreksstof op voor enige jaren discussie , die in 1996 werd beklonken met een tripartite overeenkomst tussen het RTIL , het azM en de medische faculteit van de Universiteit Maastricht . Het RTIL zou het beleid bepalen inzake de radiotherapie in Limburg , rekening houdend met keuzes in topreferente zorg van het azM en het zwaartepuntenbeleid in onderzoek van de faculteit geneeskunde van de universiteit . Het RTIL zou ook het beheer voeren over alle radiotherapeutische voorzieningen in de provincie . Voortaan was instemming van elk van de drie partijen vereist , wanneer academici werden benoemd in het vakgebied van de radiotherapie , of het nu ging om patiëntenzorg , onderwijs of onderzoek . De directie van het RTIL zou bestaan uit twee personen : één voor de
Het Limburgs Dagblad meldt de start van de derde lineaire versneller in 1989 . Rechts dr . Jos de Jong .
Afgesproken werd dat het azM de voorbereiding en uitvoering van de bouw op zich zou nemen en zorgdragen voor een goede verwevenheid van de bouwtechnische en organisatorische wensen van beide partijen . Het gevecht om het RTIL was nog in volle gang . De vierde versneller kwam in 1996 direct full swing in gebruik . Drie radiotherapeuten vanuit het RTIL waren er al spoedig permanent werkzaam .
De academisering van het RTIL verliep gecompliceerd , mede vanwege de voortslepende onduidelijkheid over de positie van het RTIL . Het azM en de universiteit streefden naar de volledige opname van de radiotherapie in hun gelederen , het RTIL was erg gehecht aan een blijvende
147