MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 129

Al in 1979 werd gestart met de aanvraag van een tweede versneller. Door allerlei technische ontwikkelingen was het toen mogelijk de benodigde stralendosis per patiënt nauwkeuriger te bepalen. Daartoe moest de patiënt op een snelle en reproduceerbare manier op de Linac gepositioneerd kunnen worden. De daarbij benodigde lasers en andere hulpmiddelen waren niet te koop en werden met de nodige inventiviteit in de eigen instrumentmakerij van het RTIL ontwikkeld. Deze Gebruikt masker met daarop de lijnen voor het richten van de bestralingsbundel. De lijnen hoeven dus niet op de huid van de patiënt aangebracht te worden. producten werden bewonderd door collega’s van de andere instituten, die dan ook regelmatig op bezoek kwamen. Toen is de basis gelegd van de cultuur om hulpmiddelen die op de markt nog niet verkrijgbaar waren, in eigen beheer te ontwikkelen. Na een bouwkundige uitbreiding (ondergronds bij het De Weverziekenhuis) werd in 1983 de tweede Linac in gebruik genomen. Deze had bundels met een nog hoger energieniveau (versnelspanning tot 16 megaVolt) en daardoor ook een groter doordringend vermogen dan de eerste Linac. Ook kon deze machine elektronenbundels opwekken. Dit zijn bundels die de eigenschap hebben, afhankelijk van de ingestelde energie, slechts enkele centimeters door te dringen onder de huid. Dit toestel was dus zeer geschikt voor de bestraling van oppervlakkig gelegen tumoren. Individuele maskers voor bestraling in het hoofd-halsgebied. Bestraling in het hoofd-hals gebied vereist een zeer goede fixatie van de patiënt. Hiertoe wordt een masker van de patiënt gemaakt, met behulp waarvan de patiënt gefixeerd wordt en de apparatuur reproduceerbaar ingesteld kan worden. De afbeelding toont de voorbereidende werkzaamheden voor de vervaardiging van het masker. 127