MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 104
een komen en gaan van gasten uit binnen- en
buitenland, aan wie Van der Plaats, die uitstekend zijn
talen sprak, uitleg gaf. Het ging daarbij na 1940 echter
hoofdzakelijk om toestellen voor diagnostiek en niet
voor therapie.
De belangrijkste verdiensten van Van der Plaats
voor de radiotherapie zijn, naast zijn publicaties over
de contacttherapie, gelegen in zijn inspanningen
voor de opleiding. Over zijn betekenis voor de
radiologenopleiding is in hoofdstuk 8 al iets gezegd.
Titelpagina van de eerste druk (1953) van Medische Röntgentechniek.
(Prof. dr. Rosenbusch, Nijmegen)
In 1958 promoveerde in Groningen G.J. van der Plaats jr., de neef van
prof. dr. G.J. van der Plaats die ook zijn promotor was. De foto is gemaakt na de
promotieplechtigheid. Van links naar rechts (op de foto) is te zien mevrouw
Agathe van der Plaats-Keijzer, prof. dr. G.J. van der Plaats, de promovendus
dr. G.J. van der Plaats en mevrouw Ans van der Plaats-verhoef.
Prof. dr. Ben van der Plaats (niet afgebeeld) was een jaar eerder overleden.
(Familie dr. G.J. van der Plaats jr.)
De Van der Plaats-dynastie
Dat Van der Plaats halverwege de jaren vijftig in staat was om op
vier plaatsten tegelijk werkzaam te zijn - het nieuwe Maastrichtse
ziekenhuis Sint-Annadal, de A.M.I., Philips en het academisch
ziekenhuis Groningen - werd in belangrijke mate mogelijk gemaakt
door wat we de Van der Plaats-dynastie kunnen noemen. Die
dynastie bestond naast Gerard zelf uit zijn vrouw Ans van der
Plaats-Verhoef (1904 -1986), ook radioloog, zijn broer Ben van
der Plaats (1888 -1957) en diens echtgenote Agathe van der
Plaats-Keijzer (1888 -1974), beiden radioloog en na de oorlog uit
Indië naar Maastricht gerepatrieerd, en uit zijn neef Gerard J. Van
der Plaats jr. (1917), zoon van zijn broer Wim. Deze was sedert
1951 eerst als assistent in opleiding en later als radioloog op de
afdeling werkzaam en met name betrokken bij de radiotherapie.
Bovendien was vanaf 1950 dokter Nel A. Prins (1906) als radioloog
aan het ziekenhuis verbonden en had de afdeling al sinds 1941
opleidingsbevoegdheid en één of meer arts-assistenten in
opleiding.
102