hield toen nog een vergeefs pleidooi voor de variant van 55 uur,
in 1984 opleider interne geneeskunde in Maastricht. Voor de
maar stemde in feite in met de verdere reductie van de werktijd
gemengde opleiding werd de Regionale Opleiding Zuid Oost
van de assistenten in opleiding. Alleen de Nederlandse Vereniging
Nederland opgericht. Flendrig werd daardoor in feite het
voor Heelkunde (NVvH) was tegen. Het sociale en economische
hoofd van de regionale opleiding waaraan behalve het azM de
klimaat was toen nog zodanig dat de ministerraad in 1993 een
opleidingsziekenhuizen in Eindhoven, Heerlen, Sittard, Tilburg
Werktijdenbesluit voor Geneeskundigen en Verloskundigen (WBGV)
(tot 2011, toen Tilburg overstapte naar de regio Rotterdam),
nam. In Engeland werd in 1998 een soortgelijke wet aangenomen.
later Venlo en nog later Helmond en Veldhoven deelnamen. De
De invoering en de handhaving van de wet bleek in beide landen
consequentie was dat een volledige opleiding in Maastricht eerder
overigens weerbarstiger dan voorzien. Via overgangsmaatregelen,
uitzondering dan regel werd. Voor de ROZON werden regionale
discussies over wat gerekend moest worden tot arbeidstijd en na
patiƫntenbesprekingen en studiedagen georganiseerd. Na enkele
toetsing en sancties door de arbeidsinspectie werd de huidige
jaren werd ook het aantal opleidingsplaatsen en de aanname
situatie bereikt. Een arts in opleiding in Nederland mag niet langer
van assistenten in de ROZON geregeld. Het aantal assistenten in
werken dan gemiddeld 48 uur per week, 38 uur daarvan besteed
opleiding nam toe maar was gebonden aan manpowerafspraken
aan patiƫntenzorg en 10 uur aan opleiding. Op de afdeling interne
van de NIV. In 1994 waren in de ROZON 49 assistenten in
geneeskunde in Maastricht werken nu ruim 50 assistenten in
opleiding, 21 daarvan in het azM, daarnaast deden 7 assistenten
opleiding.
een vooropleiding interne voor een van de deelspecialismen. Met
de uitbreiding van het vakgebied verschoof de inhoudelijk e invulling
Gemengde academische en niet academische
opleiding
geleidelijk naar de werkgroepen (onderafdelingen). De werkgroep
algemene interne bleef het leeuwendeel van de opleiding
behartigen met name op de polikliniek, de algemeen interne
Vanaf 1981 werd de opleiding interne geneeskunde op voorstel van
afdelingen en de eerste hulp. De verschuiving van de opleiding
de Commissie Opleidingseisen van de NIV aanzienlijk gewijzigd.
richting aandachtsgebieden en werkgroepen zou nog verder
De opleiding werd zes jaar, iedere assistent moest 2 jaar algemene
doorzetten.
interne geneeskunde doen, er werden verplichte stages in de
cardiologie en longziekten ingevoerd en er kwam ruimte voor
aandachtsgebieden in het laatste deel van de opleiding. Er werd
Aandachtsgebieden
een verplicht landelijk basisonderwijs inwendige geneeskunde
In vrij korte tijd was er binnen de interne geneeskunde en bij
(BOIG) ingevoerd. Belangrijk was ook de voorkeur voor een deels
de assistenten in opleiding een trend ontstaan in de richting
universitaire en deels niet universitaire opleiding. Bij het invoeren
van subspecialisatie. Om een desintegratie van de interne
van deze nieuwe opleidingseisen werd professor A.J. Flendrig
geneeskunde te voorkomen koos de NIV in nieuwe opleidingseisen
Voorbereidingen voor de visitatie van de opleiding interne geneeskunde in 2011.
95