over vakgroep interne geneeskunde gesproken) ontwikkelde een
vernieuwing ‘De Rode Draad’ op een aantal punten aangepast.
uitgebreid programma voor keuze onderwijs interne geneeskunde
Naar aanleiding van de onderwijsevaluaties door studenten en
in keuzeblokken van 3 -6 weken voor 3 en 4 jaars studenten.
docenten werd de rode draad, de horizontale en de verticale
e
e
integratie in het curriculum, versterkt. Bij de evaluaties bleken
Marijke van Santen was de centrale figuur voor het onderwijs vanuit
een aantal onderwerpen van de interne geneeskunde, waaronder
de interne. Zij was voorzitter van de onderwijscommissie interne,
nefrologie en stolling niet voldoende aan de orde te komen in het
jaarcoördinator voor jaar 1 van de medische opleiding en intensief
programma. Dit werd hersteld. Nieuwenhuijzen Kruseman was lid
betrokken bij de toetsing met name bij de voortgangstoetsen.
van deze curriculum vernieuwingscommissie.
Dat alles betekende ook dat omgerekend 4 voltijdsplaatsen voor
internisten betaald werden uit het onderwijsbudget van de faculteit.
De inbreng van de interne vakgroep in het dagelijkse medisch
De bijzondere onderwijsinspanningen van Marijke van Santen
onderwijs bleef groeien. De onderwijscommissie en het
werden gehonoreerd door de toekenning van de felbegeerde
onderwijssecretariaat van de afdeling (M. Franssen, P. Renckens)
onderwijstrofee: ‘De zilveren Theezeef’.
zorgden voor de invulling en de organisatie van het medisch
onderwijs. Daarnaast deed de faculteit toenemend een beroep op
Naast het onderwijs in het medisch curriculum namen alle
internisten voor de bezetting van leidinggevende posities in het
19 internisten en de 8 assistenten in opleiding deel aan het
onderwijs. Blijham en Nieuwenhuijzen Kruseman maakten deel uit
onderwijs tijdens de coassistentschappen. Terwijl het curriculum
van het faculteitsbestuur als vice decaan en portefeuillehouder
in de eerste 4 jaren geheel vernieuwd was, volgde het klinische
onderwijs. Voor de herstructurering en de vernieuwing van het
onderwijs aan de coassistenten nog geheel het traditionele patroon
praktisch medisch onderwijs en de verdere optimalisering van
van persoonlijke begeleiding in een meester-gezel verhouding
het vaardigheidsonderwijs werd Schaper deeltijds gedetacheerd
met onderwijs aan het ziekbed tijdens kleine of grote visites en
bij het skills lab. Door zijn activiteiten werd de integratie en de
het gebruikelijke patroon van de dagelijkse besprekingen. De
continuïteit van het praktisch medisch onderwijs in alle jaren van
moderniserin g van het onderwijs in de klinische fase zou pas veel
het curriculum verbeterd.
later op gang komen.
In september 1993 werd het tweede lustrum van de vakgroep
In de loop van de tijd bleef het beroep dat het onderwijsinstituut
gevierd. Vijf internisten waren toen coördinator van een preklinisch
deed op de interne vakgroep onverminderd groot. Flendrig had
onderwijsblok, en 11 internisten waren lid van een van de
niet alleen het onderwijs als een essentiële taak van alle internisten
blokplanningsgroepen.
ingepland, maar ook onderwijskundige scholing voor de internistdocenten verplicht gesteld. In 1987 schreef Flendrig in het
De inzet voor het medisch onderwijs bleef in de daarop volgende
jaarverslag dat de onderwijsinspanning de toegekende 5 fte verre
jaren stabiel met een structurele onderwijsformatie van 5.5 fte
overschreed. Vier vakgroepleden fungeerden als blokcoördinator,
voor de internisten. Het feitelijke beroep dat gedaan werd op de
5 als blokplanningsgroepslid en 23 van de 24 stafleden waren
interne groep voor de bezetting van onderwijscommissies en de
actief als tutor. Het keuzeonderwijs in de gastro-enterologie,
meer dan 20 tutorrollen oversteeg ieder jaar meer de toegekende
endocrinologie, nefrologie of klinische farmacologie werd gevolgd
facultaire formatie voor het onderwijs. In de loop van de tijd
door 73 studenten. In dat jaar waren er 83 coassistenten op
werd dit probleem, ook voor andere vakgroepen structureel,
de interne afdeling. Het traditionele mondelinge examen aan
opgelost door het Onderwijsinstituut onder leiding van Albert
het eind van het coassistentschap werd vervangen door een
Scherpbier. Aan onderwijsactiviteiten werd een tijdsfactor en een
gestructureerd schriftelijk examen (GSE) als toets voor de kennis
daarbij behorende financiering vanuit de faculteit toegekend. De
en de klinische besliskunde aan de hand van meerdere casus uit
ideale verdeling van het gemiddelde academische werk voor een
de dagelijkse interne praktijk. De GSE werd door studenten zeer
universitair internist van 30% onderwijs, 30% onderzoek en 30%
gewaardeerd vanwege de brede toetsing van het vakgebied interne
academische patiëntenzorg werd nog niet bereikt maar wel steeds
geneeskunde en de uniforme wijze van beoordeling. Modernisering
beter benaderd en verantwoord.
van het onderwijs in de klinische fase was daarmee begonnen.
Het curriculum geneeskunde dat ontworpen was vanaf 1974 werd
88 in 1988 door de Begeleidingscommissie onderwijscurriculum
| Baudewijn Loffeld | Jimmy Loor | Olaf Loosveld | Selwijn Lowe | C Lucas | Samefko Ludidi | Ton Luik | Luit van-Bremer | Sylvia Luyks | Etiënne Maas | Mieke Maaskant | J Macq |