Interne Geneeskunde Maastricht - MUMC | Page 51

Intussen vorderde de academisering van de andere klinische afdelingen in Annadal gestaag. In 1978 werden de Haan en van der Lugt hoogleraar-afdelingshoofd van respectievelijk de afdeling gynaecologie en neurologie. De afdeling chirurgie was inmiddels helemaal geacademiseerd. Tussen 1979 en 1981 volgende de kindergeneeskunde (Ramaekers), de orthopedie (van der Linden), de longziekten (Greve) en de KNO (Marres). Alleen de cardiologie hield in die jaren de interne geneeskunde gezelschap. Ook deze afdeling bestond uit een facultair en een niet-facultair stuk. In tegenstelling tot bij de interne geneeskunde was het facultaire deel overigens in onderzoek, reputatie en uitstraling duidelijk dominant. Uiteindelijk bleek dat de interne geneeskunde met volledige academisering moest wachten tot de pensionering van het afdelingshoofd en de opleider in Annadal. Coenegracht’s vertrek was voorzien in 1982. In de aanloop daar naar toe groeide de facultaire groep gestaag. Voorzichtig werd gebouwd aan een opdeling in subspecialisaties. De Koning ging voor promotie Professor dr. J. Greep (1929-2004), hoofd Chirurgie en decaan Faculteit Geneeskunde UM. onderzoek naar de bekende levergroep van Dame Sheila Sherlock naar Londen, Blijham volgde na bemiddeling van Greep een opleiding tot hematoloog en oncoloog in het M.D. Anderson factor was dat zowel Hulsmans als Coenegracht een bijzondere Cancer Center in Houston, Texas. Een Amerikaans internist, belangstelling voor de endocrinologie hadden en dus in elkaars Minkovski, die wegens de reputatie van Wellens naar Maastricht vaarwater belandden. De geringe waardering van Coenegracht was gekomen, bracht nieuwe ideeën zoals de inzet van echografie voor Hulsmans hielp ook niet. Toch werd een compromis bereikt. mee uit de USA, Vismans en van Deijk versterkten de gastro- Hulsmans vulde 50% van de vacature in. Inmiddels was de Duitse enterologie en de endocrinologie, Henquet was chef de clinique internist Rahn tot hoogleraar farmacologie benoemd; hij nam bij Rahn. Toen de na het vertrek van Coenegracht overblijvende 25 % voor zijn rekening. De overige ruimte werd ingevuld door internisten Mendes de Leon, Pop en Mooy zich bij de vakgroep een aan te trekken chef de clinique. Dat werd de uit Rotterdam aansloten, was feitelijk de afdeling interne geneeskunde volledig afkomstige interniste mevrouw Seldenrath. Eind 1977 bestond de geacademiseerd. Toch moest nog een laatste stap worden gezet. capaciteitsgroep (het Maastrichtse woord voor vakgroep) interne geneeskunde uit drie internisten, twee assistenten in opleiding Het bestuur van de faculteit had zich beraden over de tot internist en een secretaresse. Bovendien had de groep de omvang, structurering en leiding van de nu geacademiseerde beschikking over de bedden van de klinische afdeling A1 en kon afdeling. Het belangrijkste resultaat daarvan was, dat men polikliniek worden gedaan. De academisering was begonnen. besloot tot een nieuwe, van buiten aan te trekken hoogleraaropleider-afdelingshoofd. Ook deze functie ging daarmee aan Hulsmans voorbij. Een zoekcommissie met vooraanstaande Hoe klein de facultaire afdeling interne geneeskunde in Annadal facultaire hoogleraren waaronder Reneman ging op zoek. Zij ook was, in de faculteit waren zijn leden zeer actief. De eerste presenteerde twee kandidaten. Duursma was al hoogleraar in lichting studenten was in 1977 vierdejaars geworden en de Utrecht. Hij had een grote reputatie als klinisch onderzoeker van behoefte aan inbreng van clinici in het onderwijs nam sterk toe. botziekten. Flendrig, in Nijmegen opgeleid en gepromoveerd, De leden van de interne groep waren blokcoördinator, observator was afdelingshoofd en opleider in het Catharina Ziekenhuis in voor het skillslab, tutor en lid van verschillende werkgroepen die Eindhoven. Hij had in zijn Eindhovense jaren belangrijk onderzoek de opeenvolgende studiejaren vorm moesten geven. Voor de gedaan naar de oorzaak van de dementie die bij dialyse patiënten verschillende toetsen werden vragen met een interngeneeskundige kan optreden maar dankte zijn nominatie toch vooral aan zijn inhoud gemaakt. Op 8 september 1976 trad de eerste gekozen grote organisatorische gaven. De faculteit en de vakgroep faculteitsraad aan; Blijham maakte daar als enige clinicus deel werden geconfronteerd met een duivels dilemma: hebben we van uit. Toen deze op 12 januari 1978 met de kleinst mogelijke een gerenommeerde onderzoeker nodig die altijd in de academie meerderheid Greep als decaan koos, nam de klinische invloed heeft gewerkt of is er vooral behoefte aan een ervaren clinicus op het facultaire beleid verder toe. Greep zou in deze functie met bewezen vermogen om een afdeling interne geneeskunde te overigens in de jaren tot 1982 een belangrijke invloed op de organiseren. 50 verdere academisering van de interne geneeskunde uitoefenen. | Mark Hermans | Elisabeth Hertle | Martine Hesselink | Liesbeth Heuft | Lily Heusschen | Wendy Heuts | Tim van de Heuvel | Sandra Hex | Caroline Heyckman | E vd Heyden |