maken van de aanwezige ziekenhuizen. Tenslotte had Heerlen het
De Voorbereidingscommissie kwam daarmee in zwaar weer.
grootste en één van de modernste ziekenhuizen van Nederland.
De opvattingen over de nieuwe geneeskundige opleiding zoals
Bovendien zat Rottier in het bestuur daarvan, waardoor ook de
neergelegd in het ‘Interimrapport’ werden van alle kanten ter
Voorbereidingscommissie niet eensgezind was over de noodzaak
discussie gesteld. De KNMG vroeg om een meer maatschappelijk
van een nieuw academisch ziekenhuis. De minister twijfelde, de
georiënteerde benadering, in de regio werd de noodzaak van
regio was sceptisch, de commissie raakte verdeeld: de internisten
een nieuw academisch ziekenhuis betwijfeld, de medisch
Querido en Hulsmans zagen hun kansen langzaam keren. Dat
specialisten van het locale ziekenhuis St. Annadal voelden zich
bleek tenslotte heel duidelijk uit de nota ‘Academisch Ziekenhuis
door de aanhoudende onzekerheid bedreigd en de politiek begon,
en St. Annadal te Maastricht’ die de Voorbereidingscommissie in
aangevoerd door de nieuwe minister, vraagtekens achter de
juni 1971 produceerde. De beslissing over het nieuwe academisch
noodzaak van een achtste medische faculteit te zetten. Vooral Tans
ziekenhuis werd daarin op de lange baan geschoven. De medische
realiseerde zich dat zijn droom dreigde uiteen te spatten. Er moest
faculteit zou zonder dat ziekenhuis kunnen starten. Op termijn zou
iets gebeuren.
het Maastrichtse St. Annadal ziekenhuis tot ‘medisch regionaal
centrum’ worden omgebouwd.
Gedwongen door de snel veranderende omstandigheden en onder
druk van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen stelde
Het werd nog erger voor Querido en Hulsmans. Ook de
de Voorbereidingscommissie op 31 maart 1972 een ‘Werkg roep
biomedisch georiënteerde opzet van de nieuwe opleiding kwam
Universiteit’ in. Zij kreeg als opdracht ‘advies uit te brengen inzake
ter discussie. Was de geneeskunde wel toegepaste biologie?
een basisfilosofie voor de nieuwe universiteit, zulks uiteraard
Werd de toekomst van de gezondheidszorg niet veel meer bepaald
op grond van het in oktober 1970 uitgebrachte Interimrapport
door de ontwikkelingen in de huisartsgeneeskunde en in de
en in aanmerking nemend de daarop uitgebrachte kritiek’. De
gedragswetenschappen? Waren op enkele plekken op de wereld
samenstelling van de werkgroep weerspiegelde de nieuwe
niet uitdagende onderwijskundige principes ontwikkeld die tot een
werkelijkheid: twee psychologen, een organisatiedeskundige,
heel andere opzet van de opleiding zouden leiden? Een nieuwe arts
een bedrijfseconoom, een fysicus en een biochemicus, de lector
en een nieuwe opleiding, in die combinatie vonden zich een aantal
kindergeneeskunde uit Utrecht Tiddens en de internist Hulsmans.
mensen van andere disciplines dan de Interne Geneeskunde.
Tans zat de commissie voor en met zijn goed ontwikkeld politiek
Zij namen het roer in handen.
gevoel wist hij, dat haast geboden was.
De kernstaf in september 1973 in het kantoor in de Havenstraat, v.l.n.r. Romme, Greep Hulsmans, Wijnen, Tiddens, Lemmens, Hemker, Brouwer, Willighagen
en Niessen. Foto A. Werker.
47
| Annemarie ten Haaft | I Haagen | Harm Haak | Claudia de Haan | Jeoffrey Haans | Annemie van Haarlem | J Haartsen | Mieke Haemers | Annick Haesevoets | Anne Hagens |