Begin 1944 wordt J.M. Coenegracht toegelaten als volontair
assistent. Hij wordt op voorspraak van de geneesheer-directeur per
1 maart benoemd als assistent.
In 1945 werd na het vertrek van Tan de boven al genoemde
beschermeling van Mendes de Leon, M.R. Rens, de tweede
assistent op interne. In 1948 werd de eerste assistent uit Leuven
aangenomen, J. Carlier. Daarmee begon een traditie van Leuvense
assistenten die een deel van hun interne opleiding in Maastricht
deden.
In 1948 werd in oktober voor het eerst een co-assistent uit
Groningen en Utrecht op de interne afdeling geplaatst. Een maand
later kwam een Amsterdamse co-assistent, D.E. Mendes de Leon,
de zoon van directeur Charles. In die periode is ook een traditie
begonnen, die nu nog wordt voortgezet in de interne afdeling: de
donderdagmiddag interne patiëntenbespreking om 12.00 uur voor
assistenten en internisten.
Ch. Mendes de Leon, hoofd interne geneeskunde in
Maastricht van 1935 tot 1958
Naast zijn werk als internist was Mendes de Leon sr. als
geneesheer-directeur intensief betrokken bij de nieuwbouwplannen
In 1940 werd het ziekenhuis korte tijd gevorderd door het Duitse
van het ziekenhuis. Na lange voorbereiding was de bouw begonnen
leger. De 60 patiënten van de interne afdeling werden verhuisd
in 1941, vervolgens gestopt in de oorlogsjaren. Toen de bouw van
naar de Kweekschool aan de Brusselseweg.
het nieuwe ziekenhuis goed gevorderd was werd Mendes de Leon
eind 1948 eervol ontslagen als geneesheer-directeur. Hij bleef
In de beginmaanden van de oorlog werden honderden Belgische,
hoofd van de interne afdeling.
Nederlandse en Duitse soldaten opgenomen en behandeld.
Mendes was daar vooral in de begindagen van de oorlog
Wetenschappelijk werk was in deze periode van de interne
onafgebroken mee bezig. De rust in het ziekenhuis keerde weer,
geneeskunde in Maastricht nog beperkt. dr. Ch. Mendes de Leon
toen in de tweede helft van 1940 geen gewonde soldaten meer
publiceerde met assistenten vooral interessante casuïstiek over
werden aangevoerd.
de typho-bacillose van Landouzy, de maag-jejunum-colon fistel bij
een ulcus pepticum, agranulocytose door prontosil, vlektyphus,
In mei 1941 werd Theo Castermans, die al vanaf 1932 assistent
het syndroom van Reiter en over de behandeling van arthrosis
was geweest, benoemd tot tweede internist. Hij was vooral belast
deformans. De jonge assistent Coenegracht had zich goed
met de behandeling van tuberculosepatiënten en de patiënten
ontwikkeld. In een vergadering van het ziekenhuisbestuur werd
met epidemische ziekten. Castermans werd vanwege zijn rol in
aan Mendes de Leon gevraagd waarom hij na een congresbezoek
het verzet in de oorlog geïnterneerd in kamp Amersfoort. Hij werd
in New York en Atlantic City in mei 1949 opnieuw verlof vroeg.
later een bekend vrijgevestigd internist in de stad. Behalve de
“Na zo’n lange afwezigheid zou men verwachten dat er bij de
twee internisten werkten twee assistenten K.H. Tan en R. Mulkens
terugkomst heel wat te regelen en te verzorgen valt en waarvoor
op de interne afdeling. De interne afdelingen, de mannen- en
toch heel wat tyd noodig is”. Dr. Mendes antwoordde hierop dat
vrouwenzalen in de grote barak stonden onder leiding van Mendes
zijn assistent Coenegracht zijn praktijk op voortreffelijke wijze had
de Leon. Castermans had de leiding over het tuberculose paviljoen
waargenomen en hij dus niet veel bijzonders gevonden heeft om
en de epidemische afdeling. Hij hield wel contact met de interne
te verzorgen. “Bovendien was dit tydperk voor verlofname reeds
patiënten en liep een keer in de week visite met de assistenten.
eerder vastgesteld met het oog op zyn 25 jarig huwelyksfeest”.
Tijdens de internering van Mendes de Leon in Haaren was
Dit in aanmerking nemende verleende het bestuur het verlof.
Castermans de enige internist in Maastricht. In de oorlogsjaren zijn
”De medische praktijk wordt waargenomen door dr. Coenegracht”.
de jaarverslagen en de diagnoselijsten veel minder gedetailleerd
Voor de interne geneeskunde brak een nieuwe periode aan in het
dan in de periode daarvoor. Het aantal patiënten voor de interne
St. Annadal ziekenhuis.
geneeskunde blijft stabiel rond 60-70 met een gemiddelde
verpleegduur van 27 dagen.
23
| Bas van Bussel | Peter Caenepeel | Martijn Canoy | G Castoldi | Hugo ten Cate | Ariana ten Cate | Theresia Chang-Liem | Maarten Christiaans | Mia Cilissen | Jeanine Claessens |