Interne Geneeskunde Maastricht - MUMC | Page 169

Interne geneeskunde en de zorg voor ouderen: een onconventionele geschiedenis Hans Fiolet, Harry Hillen De ouderengeneeskunde in het academisch ziekenhuis Het hoofd Interne Geneeskunde was daar niet gelukkig mee. Maastricht onderging eind jaren tachtig een metamorfose. Hij constateerde dat de recht-toe-recht-aan benadering van In relatief kort tijd werd de zorg voor de oudere patiënt één specifiek gezondheidsprobleem totaal ongeschikt was voor hier op onconventionele wijze omgevormd. Het flankerend de oudere patiënt. Ouderen hebben niet een maar meerdere geriatrisch beleid is daar het rechtstreeks gevolg van. ziektes en slikken zodoende vaak meerdere medicijnen. Veel oudere patiënten kampen bovendien nog met andere problemen, Een belangrijk rol in dit veranderproces is weggelegd voor zoals geheugenstoornissen en incontinentie. Een integrale Hans Fiolet, anno 2014 de directeur-bestuurder van de RVE benadering van multimorbiditeit, polypharmacie en comorbiditeit Patiënt & Zorg. Daarnaast spelen Flendrig en van Proosdij een vormde toen en nu een uitdaging. Medio jaren tachtig was in de hoofdrol in dit geschiedenisverhaal van de ouderengeneeskunde. ziekenhuiszorg amper aandacht voor dergelijke problemen. Ook Flendrig stond begin jaren tachtig aan het hoofd van de afdeling de zelfredzaamheid van de oudere patiënt die uit het ziekenhuis Interne Geneeskunde van het ziekenhuis, dat toen nog maar ontslagen werd, was geen onderwerp van de standaardzorg. In net de academische status verworven had. De afdeling telde 15 de praktijk wachtten veel patiënten in het ziekenhuis op opname internisten en nog minder assistenten. Het was de tijd dat de in een verzorgingshuis en ontstond de verkeerde-bedden- term ‘vergrijzing’ zijn intrede deed om de toename van het aantal problematiek. ouderen te duiden. Met de vergrijzing nam ook het aantal oudere patiënten toe, maar de zorg in het ziekenhuis, zo concludeerde Flendrig, was daar helemaal niet op afgestemd. Integendeel Pionieren zelfs, van geriatrische zorg was nog geen sprake, zeker niet in de Hoog tijd voor verandering, vond Flendrig, die oordeelde dat de academische centra. geriatrische zorg het beste in de Interne Geneeskunde geïntegreerd kon worden. Een pioniersgedachte die paste bij het karakter van het jonge academische ziekenhuis, waar meerdere afdelingen vanaf de grond werden opgebouwd. Flendrig benaderde Hans Fiolet, die in 1985 zijn opleiding tot internist voltooide. Het idee: Fiolet zou door Cees van Proosdij uit Hilversum, de recent gepensioneerde pionier en autoriteit op het gebied van de ouderenzorg in het ziekenhuis, worden geschoold in de geriatrie. Het was een haast revolutionair plan, waar zowel Hans Fiolet als Cees van Proosdij meteen voor te vinden waren. Zelf werkte Van Proosdij tot hij met pensioen ging als internist-geriater in Hilversum in wat destijds het Algemeen Ziekenhuis Zonnestraal heette. Hij stond bekend om zijn duidelijke en vaak afwijkende zienswijze op de ouderenzorg. Zo vond hij dat de meeste artsen niet wisten hoe ze met ouderen om moesten gaan. “Ze worden in bed gelegd en krijgen een hele verzameling pilletjes en poedertjes”, zei hij tegen een journalist van dagblad de Limburger. Goedbedoeld, maar weinig effectief, oordeelde Van Proosdij. Het de hele dag in bed liggen noemde hij in het interview letterlijk “levensgevaarlijk”. 168 Dr. Cees van Proosdij, onconventionele ouderengeneeskunde in 1985. | Chantal de Weerd | Weimer | Elly Wellens | Margreet Wellner | Annemarie Wensing | Philo Werner | Annemarie Wessels | Harro van Westreenen | Sophie Wetzelaer | Anouk Wetzels |