voornaamste onderdelen: infectieziekten, geriatrie, vasculaire
geneeskunde en acute geneeskunde. Deze onderdelen hebben
zich zelf ook weer steeds verder ontwikkeld en uiteindelijk
zelfs opleidingsbevoegdheid gekregen. Ondanks deze vorm
van verzelfstandiging bleven zij deel uitmaken van de AIG. Het
gezamenlijk belang werd immers nog steeds gevonden in het
onderwijs en deels in het werk op de EHBO en tijdens consulten.
Patiëntenzorg
Het zwaartepunt van de AIG-patiëntenzorg is in de laatste
drie decennia zoals overal in Nederland van de kliniek naar de
Professor dr. C.D.A. Stehouwer, hoofd AIG.
mensen bestonden, ging het gevoel van één grote interne afdeling
nog niet verloren. Tijdens het ochtendrapport en stafvergaderingen
was er nog voldoende saamhorigheid om van één afdeling te
kunnen spreken.
De ontwikkeling van de AIG
polikliniek verschoven. Dat bracht wel problemen met zich mee
omdat de AIG op de polikliniek vaak voor de eerste opvang zorgt
van patiënten met een nog ‘ongedifferentieerd’ klachtenpatroon.
Gegeven de toenemende specialisatie die zich binnen de AIG
openbaarde, was het soms lastig om internisten te vinden die
volledig ingezet konden, of wilden worden bij de primaire opvang
van deze patiënten. Dit leidde ertoe dat er met allerlei modellen
is geëxperimenteerd om de zorg zo optimaal mogelijk te laten
verlopen. Zo is er een triage-systeem ingevoerd op de polikliniek
De AIG-internisten hadden enkele specifieke taken. Zo hielden zij
waarin de AIG een belangrijke rol speelde. Op basis van de
zich vooral bezig met consulten, de acute opvang van patiënten
verwijsbrief werden de patiënten bij die internist afgesproken
op de Spoedeisende Hulp (SEH; toen nog EHBO geheten), de
van wie verwacht mocht worden dat hij of zij de betreffende
zorg voor patiënten op de Intensive Care en de ouderenzorg.
problematiek het best kon behandelen. Om de toenemende stroom
Vanaf het begin van het ontstaan van de werkgroep vormden
aan verwijzingen met een relatief kleine formatie aan te kunnen,
thuisconsultaties bij geriatrische patiënten een belangrijk onderdeel
werd de organisatie van de polikliniek ook geregeld aangepast.
van het werk. Ook de infectieziekten vielen binnen het takenpakket
Zo werd een zogenaamde short-loop poli ingesteld voor patiënten
van de werkgroep. Dit bleek van groot belang toen het azM in 1991
waarvan verwacht werd dat die na hooguit twee consulten weer
werd aangewezen als centrumziekenhuis voor de behandeling
terugverwezen konden worden. Lange tijd heeft de AIG in de
van aids. Tot slot mag niet onvermeld blijven dat de AIG in de
polikliniekcommissie een leidende positie gehad en een sleutelrol
persoon van dr. Peter Pop ook betrokken was bij het toenmalige
vervuld bij de implementatie van de hier beschreven modellen.
(transmurale) diagnostisch centrum.
De klinische patiëntenzorg van de AIG heeft zich altijd afgespeeld
In de periode van 1991 tot heden, dus vanaf de verhuizing
op de afdelingen B5 en de Intensive Care. De ontwikkelingen
vanuit de stad naar het huidige universitair-medische complex,
die zich hier hebben voorgedaan volgen in grote lijn die welke
is er in de taken van de AIG weinig veranderd. Wel zijn allerlei
zich landelijk manifesteerden. Omdat er bij de opgenomen
uitvoeringsaspecten geregeld tegen het licht gehouden en,
patiënten veelal sprake is van multimorbiditeit is het nog wel eens
waar nodig, gemoderniseerd. Ook was al snel duidelijk dat
nodig vertegenwoordigers van andere specialismen in consult
niet elke internist van de AIG voldoende toegerust was om in
te vragen. Vanwege de toenemende differentiatie binnen het
alle taken van de werkgroep te excelleren en zo ontstond er
vakgebied Interne Geneeskunde betreft dit ook steeds vaker
zelfs binnen deze ene werkgroep verdere differentiatie met als
andere subspecialismen. Het kan niet ontkend worden dat dit
Algemene Interne Geneeskunde.
117