Interne Geneeskunde Maastricht - MUMC | Page 117

De Algemene Interne Geneeskunde: AIG Peter W. de Leeuw Tot ver in de jaren zeventig van de twintigste eeuw Vanaf 1990 verschijnen er in de jaarverslagen van de afdeling dan beschouwde men de Interne Geneeskunde nog als ook kerncijfers van de werkgroep AIG. één ondeelbaar vakgebied. Weliswaar waren er enkele internisten die zich specifiek met één onderdeel Het hoofd van de afdeling Interne Geneeskunde maakte qualitate bezighielden (bijvoorbeeld de hematologie) maar zij werkten qua deel uit van de werkgroep AIG maar hij fungeerde niet als vooral in de academische en de categorale ziekenhuizen. werkgroepleider. Bestuurlijk was dit geen gelukkige keus want In de algemene praktijk vormden zij in die tijd nog een de werkgroepleider van de AIG kon op die manier moeilijk een uitzondering. In de jaren tachtig veranderde dit beeld beleid inzetten waartegen het afdelingshoofd (die zich binnen de en begon men steeds meer in te zien dat een integrale werkgroep eigenlijk zou moeten richten naar deze werkgroepleider) uitoefening van het vak niet meer mogelijk was. Zo ontstond zich zou verzetten. Naar buiten toe is van dit spanningsveld er geleidelijk aan een situatie waarin internisten nog wel overigens niet zoveel gebleken maar onduidelijk is in hoeverre dit generalistische taken hadden maar zich daarnaast ook het AIG-beleid kan hebben beïnvloed. Sinds 2004 is het hoofd steeds verder bekwaamden in specifieke onderdelen van van de Interne Afdeling tevens hoofd van de werkgroep AIG het vak. Dit leidde uiteindelijk tot de instelling door de (tegenwoordig onderafdeling AIG geheten), waarmee althans een Nederlandse Internisten Vereniging van aandachtsgebieden deel van het hierboven geschetste probleem werd opgelost. waarvoor aparte certificatie nodig is. De ontwikkelingen Ook na de oprichting van de AIG, bleef het uitgangspunt dat ieder in de ziekenhuizen hebben deze trend gevolgd en binnen lid van elke werkgroep ook meedeed aan algemene taken zoals maatschappen ontstond dan ook steeds meer differentiatie. onderwijs en diensten. Omdat de diverse werkgroepen, inclusief de Het toenmalige St. Annadal Ziekenhuis, de voorloper van AIG, in de periode tot ongeveer 1995 maar uit betrekkelijk weinig het Academisch Ziekenhuis Maastricht, kon uiteraard ook De werkgroepen interne geneeskunde in 1986, eenheid én verscheidenheid. niet ontkomen aan deze veranderingen. Niettemin werd daar het vaandel van de generalistische interne geneeskunde hoog gehouden. De instelling van werkgroepen Om tegemoet te komen aan de noodzaak tot differentiatie zonder het algemene karakter van het vak te verliezen, werd onder leiding van Flendrig besloten tot het instellen van werkgroepen. Zo vormden bijvoorbeeld de toen werkzame internist-nefrologen tezamen de werkgroep nefrologie. De term ‘werkgroep’ was vooral bedoeld om te benadrukken dat het ging om een bundeling van zeer specifieke werktaken (zoals bijvoorbeeld dialyse, transplantatie, endoscopieën etc.) die alleen door de ter zake kundigen verricht konden worden. In de eerste tijd was het nog uitdrukkelijk de bedoeling dat alle werkgroepen volledig inzetbaar bleven voor de algemene taken van de afdeling. Door deze ontwikkeling begonnen de internisten die niet in een specifiek aandachtsgebied verankerd waren, zich gaandeweg wat ‘ontheemd’ te voelen. Ditzelfde werd ook nationaal steeds meer ervaren en dit leidde weer tot de behoefte aan erkenning van de zogenaamde algemene interne geneeskunde. In den lande ontstonden zo afdelingen Algemene Interne Geneeskunde en in Maastricht vormden de internisten zonder specifiek aandachtsgebied verankerd waren tezamen de werkgroep ‘Algemene Interne Geneeskunde (AIG)’. 116 | Peter Pop | Dirk Posthouwer | Rein Posthuma | Theo Postmes |