Interne Geneeskunde Maastricht - MUMC | Page 105

vaak lastig om de concurrentie met andere afdelingen aan te gaan. Ondanks de beleidswisselingen heeft de afdeling toch op creatieve wijze geprobeerd tegemoet te komen aan de eisen en dat heeft in ieder geval wel tot een verdere beperking van het aantal onderzoekslijnen geleid. Wetenschappelijke productie In figuur 1 staan de aantallen promoties in de periode 1982-2014 weergegeven. Vanaf de academisering van de afdeling is er een gestage toename van het Figuur 1. Proefschriften Interne Geneeskunde 1982-2014. Promoties Aantal 25 20 15 10 5 0 1983 1987 1991 1995 1999 2003 2007 2011 Jaar aantal proefschriften uit de interne afdeling. Figuur 2 geeft een overzicht van het aantal publicaties in de periode van1997 tot 2012. Over deze periode is bibliometrische analyse van de publicaties verricht. Figuur 2. Aantal publicaties en bibliometrische analyse Interne geneeskunde MUMC 1997-2011 Periode aantal artikelen gemiddelde aantal citaties per artikel* (MCS) impact artikelen vergeleken met citaties uit betreffende wetenschapsgebied (MNCS) ** 1997-2011 2580 22.8 1.84 1997-2000 442 32.7 2.50 2000-2003 583 28.4 2.00 2003-2006 699 22.6 1.45 2006-2009 810 25.0 1.81 2007-2010 863 23.9 2.00 2008-2011 887 18.1 1.96 Daardoor kan het belang van de publicaties, vooral afgemeten aan het aantal malen dat de publicaties door andere onderzoekers worden geciteerd, worden gewogen. Deze figuren laten duidelijk zien dat de wetenschappelijke output van de afdeling getalsmatig sterk is toegenomen. Wetenschapscommissie Omdat vanaf 1991 de diverse onderzoeksgroepen steeds meer hun eigen weg gingen voor wat betreft de richting van hun onderzoek maar op de afdeling toch de behoefte gevoeld werd om dit wat meer te sturen, werd in 1992 Gegevens bibliometrische analyse CWTS (Center for Science & Technology Studies) Leiden * MCS:gemiddelde aantal citaties per publicatie, zelfcitaties uitgesloten. ** MNCS: Het wetenschappelijke belang (impact) van de publicaties interne geneeskunde. De gemiddelde MNCS van het MUMC was in deze periode 1.54 in vergelijking met het wereldgemiddelde (1.0) van citaties in het desbetreffende specialisme of in het desbetreffende gebied van wetenschappelijk onderzoek. een wetenschapscommissie opgericht waarvan De Leeuw de eerste voorzitter werd. In een poging het onderzoek van de afdeling in te passen binnen een beperkt aantal thema’s, stelde de commissie de volgende vier onderzoekslijnen voor: Vasculaire Geneeskunde (relatie 104 met onderzoeksinstituut CARIM), | Wilma Oranje | Janneke van Os | Tammy Oth | Miriam Otten | Astrid Oude Lashof | Ellis Oving | Annette Ovink | Elife Oztürk | Pieter van Paassen | Lizzy van Pampus | Monique Papenborg |