HeelNederlandLeestMagazine Najaar | Page 20

De sleutelaar Hij had die dag nog in zijn schuur schroefjes gesorteerd. Mij zal ‘t niet gebeuren zei hij, dat ze als ik er eens niet meer ben Hij keek je daarbij aan De boekenkast van… Laurens van der Zee alsof ’t een puur theoretische exercitie betrof. We raasden door het heelal met twee miljoen kilometer per uur, of zo, maar dat durfde je hem ook al niet te vertellen dat ze dan dus zullen zeggen hij kon nog geen splitpen van een keilbout onderscheiden. Op die dag, dan, veegde hij in zijn val een hele bak van tafel, niet erg, er zat geeneen verkeerde bij. Dat ie met z’n neus op een olieveeg lag was de familie een troost. Laurens van der Zee 20 Laurens van der Zee is ooit ‘de meest miskende schrijver van Nederland’ genoemd. Door Carel Helder van het Topedotheater (voorheen Parooltheater) in Amsterdam. Hij heeft soms ook iets zwaarmoedigs, triests over zich – maar wie beter kijkt ziet meer. Zijn lichtblauwe ogen lijken voortdurend met de wereld te spotten en hij heeft een wakkere, scherpe blik. Bijvoorbeeld voor wat goed of slecht is gemaakt. Dat geldt niet alleen voor teksten, maar ook voor beeldende kunst, of staaltjes van technisch vakmanschap, zoals oude typmachines en oldtimers. Hij lijkt – in tegenstelling tot vele anderen – alles met aandacht te doen, en dat is dan wellicht de reden van zijn miskendheid. ‘Mensen staan er gewoon niet altijd bij stil.’ Schijn bedriegt, uiteraard, bij Laurens van der Zee. In zijn woonplaats, Wageningen, is hij een drijvende kracht in het culturele leven. In tal van clubjes is hij vrijwilliger of bestuurslid. Hij was stadsdichter en is lid in de orde van Oranje - Nassau; hij speelt een stel instrumenten en treedt daarmee op in verre buitenlanden (onlangs was hij nog op televisie in Oezbekistan). Zijn boekenkast weerspiegelt zijn brede interesse, en ook die maffe bescheidenheid. ‘Hier ben ik trots op,’ zegt hij bij twee hele lange planken over oude auto’s. ‘Voor de rest zijn het hier boeken van Anneke… Ik ben een echte stapelaar. In deze kast, in die multomappen, staat mijn eigen werk. En daarnaast heb ik boeken van alle kunstenaars van wie werk in Wageningen staat – daar probeer ik alles van te hebben.’ Nadat hij ons zo langs zes kasten heeft gevoerd, komt hij bij twee vergeelde witte Ikea-boekenkasten aan. ‘Ja, en dit is dan de échte boekenkast… ‘Ah, god, kijk nou, een eerste druk van De Avonden. Die heb ik dan blijkbaar ook nog.’ n