FRITS Magazine 40 september 2015 maart 2015 | Page 78
OP WEG NAAR 125 JAAR PHILIPS
Frits Philips
bij zijn veertigjarig jubileum in 1970:
„Weet u wat merkwaardig is? Dat zoveel
mensen eigenlijk gevoeliger zijn voor
kritiek op hun hobby’s dan voor kritiek
op hun werk. Als iemand tegen me zegt:
‘Je had best een betere president-directeur van Philips kunnen zijn’, dan heb ik
de neiging om te antwoorden: ‘Tja, nou,
dat zal dan wel...’ Maar laat men niet
zeggen: ‘Als vlieger zijn je landingen niet
perfect’. Dan is er best een kans dat ik
boos word.”
OVER HET VERBAND
TUSSEN
FRITS
PHILIPS
EN DE ONDERNEMING
PHILIPS
TEKST: WIM LANGENHOFF | FOTO’S: ARCHIEF
K
Over de auteur:
Wim Langenhoff is Homo Universalis, filosoof, chemicus, uitvinder en muzikant. De voormalig
NatLab-researcher heeft een gigantisch (Philips-)archief en een
misschien nog wel groter geheugen. Hij was mede-oprichter en
voorzitter van de Effenaar. Als
voorzitter van de Stichting Orion
stond hij mede aan de basis van
de Midzomernachtspektakels in
Eindhoven. Hij was docent aan de Academie voor Management.
Zelf betitelt Wim Langenhoff zich bij voorkeur als hofnar van de
Raad van Bestuur van Philips. De Eindhovenaar verliet het bedrijf i n 1989, maar werkte daarna nog vijftien jaar als adviseur
voor Philips. De laatste vijftien jaar van zijn werkzame leven was
Langenhoff overdag als marketeer actief op de afdeling General Advertising. In de avonduren was hij de man van de ‘feesten
en partijen’ in gebouw VH op Vredeoord, waar de RvB en zijn
ijkend naar de op- en neergang van Philips is de vraag: is dat
nu alleen maar afhankelijk geweest van één, enkele of alle
betrokken individu(en) of spelen er meer factoren een rol?
Sommigen geloven dat wat er met Philips is gebeurd, een gevolg is van
een zekere wetmatigheid. Bedrijven komen op en verdwijnen weer zoals ook beschavingen dat doen. Dan is vervolgens natuurlijk de vraag:
Zijn er wellicht patronen zichtbaar of wordt zo’n op- en neergang
louter bepaald door toeval, of misschien zelfs wel door chaos?
Is zo’n patroon bijvoorbeeld cyclisch, waarbij de stichters van een
onderneming (oftewel de grote mannen) de helden zijn die zelfs een
godenstatus krijgen toegedicht, en hun opvolgers weer gewoon mens
blijken te zijn? Of is er sprake van een lineair proces, waarbij Philips
als het ware slachtoffer is geworden van zijn eigen vooruitgang en
groei?
Welke krachten zijn er dan aan het werk? Karl Marx, het meest
beroemde lid van de familie Philips, was ervan overtuigd dat de economie de motor van de geschiedenis is, en dan met name de productieverhoudingen. Was dan de beroemde en beruchte statutaire passage
over volledige werkgelegenheid die teveel op de poot arbeid steunde,
misschien wel ten koste van het kapitaal, de doodsteek voor Philips?
Over de verhouding arbeid-kapitaal zegt Frits Philips in 1966: „Ten
aanzien van de verhouding werknemers en aandeelhouders zouden
wij voorop willen stellen dat de productiefactoren arbeid en kapitaal
volkomen ongelijksoortige grootheden zijn. Het aantrekken van kapitaal is een heel andere zaak dan het aantrekken van arbeid. Kapitaal is
alleen maar een productiefactor, de arbeid is veel meer, omdat zij onverbrekelijk verbonden is met mensen die op de juiste plaats moeten
worden gesteld om tot vruchtbare samenwerking te komen.”
hofhouding resideerden. Tot 1974 was hij als onderzoeker aan
het NatLab verbonden. Langenhoff, van oorsprong chemicus,
vermoedt dat het oog van de bedrijfstop op zijn omnitalent viel
door het afscheidsfeest dat hij organiseerde voor zijn baas en
RvB-lid prof. Henk Casimir in 1972. Langenhoffs bijdragen aan
FRITS zijn niet onomstreden.
078
Was er dan misschien iets mis met het doel dat Philips zich als
onderneming stelde? In de ogen van Frits had een onderneming een
groter doel dan eenvoudig winst maken. Hij vond dat: „Wanneer een
onderneming niet van enig nut kan zijn voor de wereld, hij eenvoudig
geen reden van bestaan heeft.” De vraag is dan natuurlijk over welk nut