FRITS Magazine 40 september 2015 maart 2015 | Page 31

REPORTAGE afwijzing op. Het betekende tevens de opmaat tot een langdurige strijd met het VGM over de herkomst. Een strijd die door Sophie en Klaas Elzinga met veel vechtlust wordt voortgezet. Gesteund door de stapel rapporten zijn zij inmiddels overtuigd van de authenticiteit. Diverse deskundigen wereldwijd zijn dezelfde mening toegedaan. Alleen het VGM houdt zijn poot stijf: de grondering, samenstelling en opbouw komen weliswaar overeen met ander werk van Van Gogh, evenals de pigmenten, maar dit levert geen onderscheidende aanwijzingen op, want dit wordt bijvoorbeeld ook in schilderijen van Kerssemakers aangetroffen, schrijft conservator Louis van Tilborgh van het VGM in 2006. Hij besluit: ‘Stilistische vergelijking maakt ons inziens duidelijk dat Van Gogh niet de maker van het werk kan zijn geweest’. En met deze conclusie in de vorm van één enkele zin is de discussie voor het museum, dat internationaal wordt beschouwd als dé autoriteit op het gebied van Vincent van Gogh, gesloten. En wel definitief. Tot grote frustratie van de Elzinga’s. Hoewel Van Tilborgh op een kunstkennerscongres in juni 2014 over echtheidsonderzoek in de kunst tegenover een AD-verslaggever verklaardde dat echtheidsonderzoek bij vroege Van Gogh’s complex is, omdat hij toen ‘nog geen eigen stijl had’. Sophie: „In zijn Brabantse periode wisselde Van Gogh nogal eens van stijl. Hij was juist op zoek naar een eigen stijl. En diezelfde Van Tilborgh wijst onze schilderijen af om stilistische redenen!” Peter Nagelkerke is voor negentig procent overtuigd van de echtheid. Hij ziet overeenkomsten: „Van Gogh gebruikte vaak gebruikte of versleten penselen. Dan leken het, zoals hij het noemde, net borstels. Dat zie je terug in zijn werk: een ongebruikelijke penseelvoering met de toen al dikkere strepen.” Als ik de schilderijen nader bekijk, lijkt met name ‘korenveld’ onmiskenbaar een Van Gogh. Maar ja, ik ben geen kenner. En dat moet ik ook maar niet pretenderen. In 031