FIB NR4 | Page 62

60 NOFAGROUP HEEFT SUCCES MET EIGEN KOERS Lab met lef 'Nee, ik ben geen analist of chemicus. Ik heb zelf nooit in een lab gewerkt', neemt Edwin van Twist (foto) meteen een veelvoorkomend misverstand weg. De CEO en oprichter van de NofaGroup is al wel meer dan 25 jaar actief in de dynamische wereld van ladinganalyse en -inspectie. Het eigenzinnige bedrijf uit Schiedam heeft daarin in korte tijd een opvallende positie weten op te bouwen. Edwin van Twist heeft een financiële achtergrond en dat kwam goed van pas toen hij in 2004 voor zichzelf begon. Want er kwam veel bij kijken om het businessplan op te stellen en te realiseren. De concurrentie reageerde sceptisch: zo’n nieuwkomer zou het nooit redden. Ze hadden geen rekening gehouden met de vindingrijkheid en vasthoudendheid van Van Twist. De bedrijfsnaam verwijst naar de producten waarop Van Twist zich met NofaLab bij de start richtte: noten, plantaardige oliën en vetten. Maar dan op z’n Engels: nuts, oils en fats. Die producten vormen vandaag de dag nog steeds de core business en zijn goed voor bijna zeventig procent van de omzet. Maar de activiteiten zijn ondertussen veel uitgebreider en diverser geworden. De organisatie is enorm gegroeid. Uit NofaLab is de NofaGroup ontstaan met meerdere, gespecialiseerde bedrijven met samenhang. ONORTHODOX Dat is best snel gegaan. Halverwege 2004 vestigde NofaLab zich op de Jan van Galenstraat 41, op het Schiedamse bedrijventerrein Vijfsluizen. Een weldoordachte locatie: vlak naast de Beneluxtunnel, zodat het hele Rotterdamse havengebied snel bereikbaar is. En het merendeel van de partijen die ze bij NofaGroup controleren en analyseren, komt nu eenmaal via deze haven Europa binnen. Er was nog één hindernis te nemen: het verkrijgen van een FOSFA-erkenning. De internationale federatie FOSFA houdt daarvoor jaarlijks een zogeheten ringtest waaraan alle laboratoria voor olie, zaden en vetten meedoen. Het is een onafhankelijke controle op de analysekwaliteit die alle resultaten van de deelnemers vergelijkt. Wijken je uitkomsten af, dan kun je de erkenning vergeten. ‘Maar de test van dat jaar was al geweest. Wachten op die van 2005 was geen optie. We hadden trouwens al toezeggingen van klanten, maar dan moesten we wel geaccrediteerd zijn.’ Van Twist bedacht een onorthodoxe oplossing: samen met de vijf collega’s die bij de start in dienst traden schreef hij een kwaliteitshandboek, nodigde de Raad voor de Accreditatie uit en wist een ISO-accreditering 17025 in de wacht te slepen. Bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kreeg hij gedaan dat NofaLab een serie steekproeven mocht uitvoeren, waarmee het bedrijf de gewenste validatie kon uitvoeren. In 2005 slaagde de onderneming met vlag en wimpel voor de FOSFA-test en behaalde het ook de NOFOTA-erkenning, de Nederlandse variant. De meest gebruikelijke analyses bij levensmiddelen en diervoeding zijn gericht op de aanwezigheid van schadelijke stoffen als pesticiden, dioxine, zware metalen en PAK’s. Dat gebeurt onder andere met chromatografie. Andere analyses die NofaLab doet hebben betrekking op kwaliteitseigenschappen als vrije vetzuren, peroxide, allergenen en GMO. Al snel kreeg het bedrijf steeds meer opdrachten. ‘Dat was te danken aan de drie pijlers, die we nu nog steeds koesteren: kwaliteit, snelheid en prijs.’ Vooral die snelheid was nieuw voor de destijds behoudende branche. ‘Ons werk is onderdeel van de supply chain. In de moderne handel en logistiek zijn snelle doorlooptijden cruciaal.’