FIB NR4 2016-2017 | Page 155

153 EEN SPREKEND VOORBEELD Herman ten Cate (53) is bouwkundig tekenaar en al 15 jaar zzp'er. Hij verdient goed, maar heeft ook hoge kosten en privé-uitgaven. De laatste jaren loopt zijn omzet terug, maar hij blijft veel uitgeven. De schulden stapelen zich geleidelijk op: ruim een ton bij acht schuldeisers. Een vriend haalt hem over om hulp te vragen bij het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) in Rotterdam. Het RBZ brengt hem in contact met Florijn Schuldhulpverlening en de Rotterdamse Zaak. Hij krijgt hulp bij het op orde brengen van zijn boekhouding. De gemeente stelt bedrijfskapitaal ter beschikking, waarmee hij ruim 33 procent kan aflossen. In plaats van acht schuldeisers, heeft hij er nu één: de gemeente. Ten Cate kan zijn bedrijf voortzetten en hij hoeft geen beroep te doen op een bijstandsuitkering. Zijn levensstijl moet hij wel aanpassen: zijn luxe SUV ruilt hij in voor een bescheiden autootje en de eerstkomende jaren gaat hij op vakantie in eigen land. Crisis als selectiemechanisme Een boterham, liefst met beleg Ook veel detaillisten hebben het moeilijk in deze tijd. Consumenten besteden minder en de online concurrentie neemt toe. Haas: ‘Je ziet dat het kaf van het koren wordt gescheiden. Zwakkere ondernemers die het in een hoogconjunctuur wel redden, gaan onderuit als het moeilijker wordt.’ Geuskens: ‘Het primaire doel is een doorstart, zodat een cliënt ook op langere termijn een boterham kan verdienen, liefst met wat beleg erop. Lukt dat niet, dan streven we ernaar dat hij kan stoppen en er een oplossing gevonden wordt voor de schulden.’ Bij de hulpverlening staan zelfredzaamheid en duurzame maatschappelijke participatie centraal. Haas: ‘Na het afsluitende gesprek zeg ik ter aanmoediging wel eens: “Ik hoop u nooit meer terug te zien.”’ Eigen boontjes doppen Voor ondernemers blijkt het melden van hun schuldproblemen vaak moeilijk. Geuskens: ‘Daarom doen we een oproep aan intermediairs zoals accountants, banken en boekhouders om ondernemers die kopje onder dreigen te gaan ervan te overtuigen dat hulp vragen zeker geen schande is.’ Benard: ‘Ze zijn trots en gewend om hun eigen boontjes te doppen. Dus zelf nemen ze die stap niet zo snel. Van vijf voor twaalf tikt de klok dan door naar kwart over twaalf. De kans op overleven is dan kleiner.’ TEKST: RICHARD GROOT KORMELINK FOTOGRAFIE: VINCENT VAN DORDRECHT