142
VAN BODEGRAVEN ELEKTROMOTOREN: VAKMANSCHAP MET HART EN ZIEL
‘SOMMIGE
KLANTEN HOUDEN
ECHT VAN HUN
ELEKTROMOTOR’
Eigenaar-directeur Frank van Bodegraven (1967) is een oud-marinier. ‘Daar zie je veel van terug in mijn
ondernemerschap. “Niet kunnen” bestaat niet. Er is maar één weg en die is vooruit, naar het doel toe. Ja,
daar hebben anderen weleens moeite mee, maar alles bij elkaar gaat het hier toch wel aardig hoor…’
‘Inkopen! Dat vind ik het mooiste. Die spanning van het kopen,
terwijl je zelf nog geen koper hebt. Die motoren zijn duur, forse
happen uit je cashflow. Hier staat er toevallig één. Die had ik nét
gekocht, toen kwam er een aanvraag uit Glasgow, voor een
booreiland. Ja, dat gevoel dan: heerlijk, feest! En omdat het risico
dat je er mee blijft zitten groot is, zijn de marges ook behoorlijk.’
‘Want zo is het ook, hè. Er staan hier genoeg machines uit de tijd
van m’n vader die we nog niet hebben verkocht. Maar ja, het kan
altijd nog gebeuren… Pas hadden we ruimte nodig. Dan doe je er
een paar weg. En verdomd, hij staat nog niet bij de sloop of er komt
een klant die zo’n motor wil hebben. Dat is meerdere malen
gebeurd hoor, dat we naar de sloperij moesten rijden om er één
terug te halen.’
‘Ik ben de derde generatie in het bedrijf. Mijn opa Kees was meer de
handelaar, de koopman, die de dagelijkse gang van zaken in het
bedrijf graag aan een ander overliet. Mijn vader Ton heeft dit
bedrijf eind jaren 60 van Rotterdam naar Dordrecht verhuisd. Hij
was meer een doener, altijd bezig ín het bedrijf, alles draaide om
hem. Hij komt nog elke week. Kijken, met de mensen praten. En
trots zijn!’
‘Wij hebben zelf twee zonen van 19 en 17 en een dochter van 12.
Ja, dat doe je eigenlijk altijd hè, praten over de opvolging. Dan zegt
die middelste: “Ik ga niet in het bedrijf als de oudste het doet.” En de
oudste zegt: “Ik ben de oudste, dus ik ga het doen.” Dan leg ik weer
uit dat het zo niet werkt. Het gaat om presteren. Als je het niet kan,
dan houdt het op. Daar betrek ik ook m’n managementteam in.’
‘Wereldwijd wordt 60 procent van alle energie geconsumeerd door
elektromotoren. Kan je nagaan hoe veel van die dingen er zijn. Ook
bij je thuis. In je CV, in je ventilator. Er zijn niet veel mensen die zich
dat realiseren.’
‘Aan de techniek is niet veel veranderd, sinds de introductie in
1890. Bovendien gaan die machines heel lang mee. 30, 40 is jaar is
niks hoor, als je ze goed onderhoudt en beveiligt. We zien dan ook
vaak dat klanten echt gehecht zijn aan hun elektromotor. Zelfs als
hier blijkt dat een nieuwe kopen veel voordeliger is dan repareren,
kiezen ze toch vaak voor hun eigen, vertrouwde motor. Dan weten
ze zeker dat het goed is.’
‘Dat vinden wij mooi om te doen! Daar gaat onze hele ziel en
zaligheid in. Niet alleen zorgen dat zo’n motor weer optimaal
functioneert, maar ook dat die er weer helemaal als nieuw uitziet.
Daar krijgen we vaak complimenten voor van klanten.’
Omdat elektromotoren wereldwijd zo veel energie gebruiken,
worden de producenten door de overheden enorm gestimuleerd
om motoren met een hoger rendement te maken. Dat betekent wél
nieuwe techniek. En dus ook scholing. Ja, ik ook. Je kan mij hier ook
nog gewoon in de werkplaats neerzetten hoor. Geen probleem!
Nou ja, geen probleem… Maar in principe moet ik het kunnen...'
TEKST: FRANK VIJG
FOTOGRAFIE: JEFFREY DE REGT
RICHARD RENEE, BEDRIJFSLEIDER
'Ik ben hier ooit vanuit m'n mts-stage begonnen. Na tien
jaar ben ik overgestapt naar een grote, beursgenoteerde
firma. Daar kan op een gegeven moment alles alleen nog
maar precies volgens de regels. Dat werd alleen maar erger.
Dus ik was blij dat Frank me terug vroeg. M'n hart ligt hier.
En we doen hier gewoon wat we met ons gezonde
verstand het beste vinden!'