FIB NR3 2016 3 | Page 131

129 COLUMN De ziekte van het voetbal De zomerse transfermarkt levert elk jaar weer krankzinnige taferelen op, maar dit jaar leek het wel gekker dan ooit. Arek Milik, een man die ze bij Ajax niet meer moesten, gaat doodleuk voor meer dan 30 miljoen naar Napoli. Die Italianen hadden net voor een Argentijn met overgewicht 90 miljoen ontvangen van Juventus, die op hun beurt weer wat stuivers over hadden omdat ze een ventje van 23 voor meer dan 100 miljoen hadden verkocht aan een club waar hij een paar jaar terug nog speelde. Snapt u het nog? De voetbalwereld is compleet doorgeslagen. Hoe anders was dat vroeger. Toen ik als 19-jarige voetballer bij Feyenoord kwam te spelen, zei mijn vader tegen mijn moeder: ‘We gaan een nieuw huis kopen!’ Maar ik kreeg 37,50 gulden voor een gelijkspel en 75 gulden per overwinning. Ze zijn dus niet verder gekomen dan een huurhuisje. En toen mocht je alleen bij Feyenoord komen spelen als je met twee benen een bal kon schieten. Nu krijgen ze niet eens drie keer de bal naar de juiste kleur. Maar als iemand er wat van zegt, dan zijn ze als door een wesp gestoken. Het geld is ze naar het hoofd gestegen. Rob Jacobs is oud-trainer van onder meer Excelsior, Feyenoord en Sparta, voetbalanalyticus voor RTV En dat is de pest van het voetbal. Ze zijn nog te lui om een handtekening uit te delen, met die muziekapparaten om hun oren. Pure desinteresse. Het voetbal was ooit voor de mensen, maar dat is al lang niet meer zo. Nu is het voetbal van de commercie. En de voetballers van nu kijken alleen maar naar zichzelf en naar de centen die elke maand op hun rekening worden gestort. Rijnmond en Feyenoord TV en ontving in 2013 de Erasmusspeld Toen ik mijn eerste wedstrijd voor Feyenoord moest spelen, werd ik gewoon nog opgehaald door de grote Reinier Kreijermaat. In de wedstrijd kopte ik een voorzet van Coen Moulijn over het doel. In de krant stond een dag later een foto waar ik die bal met mijn ogen dicht richting tweede ring stuur. De volgende wedstrijd zong het hele stadion: ‘Vader Jacobs, slaapt gij nog.’ Maar voordat ik me er druk over kon maken, stonden m’n teamgenoten me al toe te schreeuwen dat ik ze ‘potverdomme iets moest laten zien’. En dat deed ik. Met zo’n teamgeest en mentaliteit win je wedstrijden. Nu is het belangrijker dat de haren in de gel zitten, je tot aan je nek onder de tatoeages zit en zoveel mogelijk op internet laat zien dat je veel te veel poen hebt voor je leeftijd. Als ik ze één ding zou mogen zeggen: doe nou maar normaal, dan doe je al gek genoeg! ROB JACOBS