FIB NR3 2015 | Page 28

26 NA ZES JAAR AFWEZIGHEID KEERDE HET SS NIEUW AMSTERDAM TERUG AAN DE WILHELMINAKADE FOTOGRAFIE: COLLECTIE GEMEENTEARCHIEF ROTTERDAM doen. Het centrum was bovendien één onoverzichtelijke bende. Hier en daar een pand dat overeind was gebleven in een barbarij waarbij je je moest oriënteren waar dat vroeger was. Het kwam niet in de mensen op om zich er ook maar een halve dag druk over te maken. De enige berichten die in de kranten goed gelezen werden waren die van de Rotterdamse kamer van het Bijzonder Gerechtshof, want af en toe was er tegen verraders de doodstraf geëist.’ OOGLIJDERSZIEKENHUIS Het tempo waarmee ondertussen gebouwd wordt, is indrukwekkend. Het ooglijdersziekenhuis (voorheen Nadorststraat) herrijst aan de Schiedamsesingel en zal gewoon oogziekenhuis gaan heten. In september staat de oplevering van de schouwburg ingepland en er vordert een nieuwe Machinistenschool. Ook de opruimingswerkzaamheden in de Rijn- en Maashaven gaan van start. Eindelijk is de grootste Nederlandse hijskraan beschikbaar. In een havenveem zijn inmiddels drie complete ziekenhuisinrichtingen opgeslagen, die nog tijdens de oorlog door de regering in Londen in Amerika zijn aangekocht. Jarenlang is er een capaciteitstekort omdat er tijdens het bombardement vier ziekenhuizen met de grond gelijk zijn gemaakt, maar er komen er nu duizend ziekbedden bij. Met zekere trots meldt het gemeentebestuur dat de complete uitrusting medische, sanitaire, huishoudelijke en administratieve benodigdheden bevat, “van een locomobiel tot units met ragebollen”. Er is sinds de eerste dagen van de wederopbouw, die eigenlijk al kort na het bombardement begint, tot aan 1 januari 1946 32 miljoen gulden aan bouwwerken uitbesteed. De stadstrams vervoeren weer 300.000 mensen per dag en de dienst Volkshuisvesting heeft voor 1946 nog vijfduizend woningen op zijn afbouwprogramma staan. De inmiddels in functie herstelde burgemeester mr. Pieter Oud benoemt tijdens zijn nieuwjaarsboodschap (bij burgerslachtoffers in ronde cijfers, omdat er nog altijd vermisten zijn) de treurige essentialia van vijf jaar oorlog: negenhonderd doden en 7.700 daklozen. Er is een gebied verwoest van 258 hectaren. Er zijn elfduizend bedrijfspanden, 24.001 woningen en 1.212 fabrieken en werkplaatsen weggevaagd. Ook nog eens 2.393 winkels, 566 cafés en hotels, 21 kerkgebouwen, vier ziekenhuizen, twintig bankgebouwen, 69 scholen, twee sc houwburgen en zes vergaderzalen. Zijn tijdelijke oorlogsvervanger F. E. Müller, zwaar NSB, hoort niet veel later tien jaar gevangenisstraf tegen zich eisen. Rotterdam telt op 31 december 1945 in totaal 615.828 inwoners en met dank aan de natuur precies de helft mannen en de helft vrouwen. Maar het is sinds 10 mei 1940 wel een afname, waaraan niet alleen het bombardement en de nazitransporten hebben bijgedragen, maar ook de toename van sterfte gedurende de 'De vijand is verdreven, maar de nieuwe vijand heeft een staatsbaan' hongerwinter als gevolg van voedseltekort en tuberculose. Maar dan begint eind maart 1946 de babyboom. In de zomer na de bevrijding ging de bevruchting los in een roes van feest, halfgare lampionnen, zakloopwedstrijden en Canadese seksorgieën. Ook mijn eigen vader nam thuis de trampolinesprong en zodoende aanschouwde ik op vrijdag 29 maart 1946 het levenslicht in destijds de grootste kraamfabriek van Rotterdam aan de Henegouwerlaan als onderdeel van de wederopbouw. Het Vrije Volk meldt die dag op zijn voorpagina dat wie in het bezit is van een petroleumkaart voor kookdoeleinden voor de volgende maand vier liter kan kopen op de bonnen 29 tot en met 32 op de kaart UA 510. Ook valt mijn geboorte droevig samen met een zware waarschuwing uit de pen van Klaas Voskuil, de hoofdredacteur van datzelfde socialistische dagblad, wiens verslaggevers ontdekt hebben dat er in overheidskringen en verenigingen grootschalig gerotzooid wordt bij de verdeling van die rantsoenbonnen en bij hulp aan zieken. De vijand is verdreven, maar de nieuwe vijand heeft een staatsbaan. ‘We hebben al meermalen de wens uitgesproken dat ambtenaren die het met de eerlijkheid niet zo nauw nemen, te vinden, te straffen en te verwijderen’, schrijft hij. ‘Corruptie, en vriendjesbevoorrechting en zwendel in particuliere kring moet stevig worden aangepakt zonder aanziens des persoons. Alleen als een ernstig zieke slechts kan genezen door een diepgaande operatie moet die