FIB NR2 2017 ONLINE FIB NR2 2017 | Page 82

80 ‘De kunst voor Rotterdam is nu om ons niet gek te laten maken door het succes! ‘In die tijd kwam ik voor Heineken in gesprek met de eigenaar van Melief. Die liet doorschemeren dat hij de zaak wel wilde verkopen. Ik heb gewoon netjes dat gesprek afgemaakt, maar na een uur heb ik hem teruggebeld: “Als je nog op de zaak bent, kom ik terug.” Toen heb ik gezegd dat ík ‘m wel wilde kopen. In twee gesprekken waren we eruit.’ ‘Zo gek was het ook weer niet. Melief was het clubhuis van Heineken. Het oudste café van Rotterdam. Een icoon. Nee, het voelde helemaal niet als een groot risico. Het was wel een over- name aan de bovenkant van de markt, maar de potentie droop er vanaf.’ ‘Ja, die potentie hebben we wel verzilverd. De omzet is verdubbeld, terwijl het al best een knappe zaak was. Ik ga Melief ook nooit meer verkopen. Dat is zo’n heerlijke plek. Melief is emotie! Ik ben ook pas de vijfde of zesde eigenaar in 140 jaar. En die gasten die hier werken, sommigen al meer dan 30 jaar, die voelen het gewoon als hun eigen zaak.’ ‘In die eerste maanden ben ik wel een paar keer met m’n kop tegen de muur gelopen. Ik moest klein gaan denken. Na vijftien jaar Heineken is dat moeilijk hoor! Toen heb ik ook wel een hoop fouten gemaakt… De grootste fout is dat ik daar ook directief leiding ging geven. Dat was bij Heineken heel normaal, maar hier kan dat niet. En inmiddels wil ik het ook helemaal niet meer. Melief is meer een familie.’ ‘Van Melief alleen had ik prima kunnen leven. Maar daar ben ik te jong voor… Dus de tweede zaak, Muller&Co in Berkel, en het voorzitterschap van een grote, landelijke club als Koninklijke Horeca Nederland, dat zorgt voor de balans. Ik heb niet als doel om de grootste te worden of zoiets, maar ik wil wel elke dag beter worden, nieuwe dingen doen.’ ‘Een paar zaken erbij, dat gaat er wel van komen, denk ik. We zijn nu ook echt actief op zoek. Nee, een overname zou ik niet meer zo snel doen. Liever iets nieuws, zoals we met Muller&Co hebben gedaan.’ ‘Ja, die scheiding… Dat is wel een grote nederlaag. Mijn kinderen zijn inmiddels achttien en vijftien, maar ik heb nog heel vaak, als ik met m’n jongens ergens ben, dat ik me schuldig voel over het feit dat we daar niet als gezin zijn. En het gaat goed met ze, ik heb een goed contact met m’n ex, we wonen dicht bij elkaar en ik heb een hartstikke lieve nieuwe partner. Maar ja…’ ‘Kijk, die scheiding vond plaats in de periode dat ik Melief startte. Daar had ik het moeilijk mee: het gevoel dat je steeds ergens tekort schiet, op de zaak of thuis. Zelfs als het eigenlijk niet zo is, want ik was er veel vaker dan toen ik bij Heineken werkte. Nee, dat eerste jaar, dat was geen feest.’ ‘Ik kies nu wel bewuster mijn momenten om thuis te zijn, om tijd voor het gezin vrij te maken, om er dan ook echt te zijn. Daar ben ik wel beter in geworden. Ja, en gelukkiger? Ik wil mijn ex niet tekort doen. We hebben het heel lang fantastisch gehad. Maar het is wel anders nu… Ik ben zelf ook anders dan 25 jaar geleden…’ ‘Spijt? Tja… Ik heb wel een periode gehad dat ik thuis ook een beetje de rol ging spelen die ik bij Heineken móest spelen. Dat kon ik blijkbaar moeilijk scheiden in die tijd. Als je succesvol bent, krijg je makkelijk het gevoel dat je ook altijd de juiste beslissingen neemt. Je hebt echt iemand nodig die je steeds weer met je beide benen op de grond zet, nuances laat aanbrengen, je meer laat meebewegen. Daar ben ik te laat aan begonnen.’ ‘De horeca in Rotterdam gaat heel goed. Kwalitatief vooral. We hebben hier sterrenrestaurants, we hebben hier allerlei nieuwe concepten ontwikkeld als the piano’s en de Baja. Alleen we vertel- den het niet, terwijl als ze in Amsterdam een patatzaak openen, dan staat de hele Telegraaf vol… Ik kom graag in Amsterdam hoor, heb er veel vrienden, maar een goed glas bier drinken, gaat bijna niet meer. Het is daar zó druk… De kunst voor Rotterdam is om het nu niet te laten exploderen, ons niet gek te laten maken door het succes en op de kwaliteit te blijven letten.’ ‘Als het om eten gaat, kom ik zelf graag in Old Dutch. Café van Eijk is geweldig, het beste gastheerschap van Rotterdam. De jongens van de Gouden Snor doen het prima. En ik kan ook genieten van Café Verschoor, bij Theo en Joke. Mensen die het oprecht doen, daar word ik blij van!’ TEKST: JAN DIRK STOUTEN/FRANK VIJG FOTOGRAFIE: JEFFREY DE REGT