FIB NR2 2017 ONLINE FIB NR2 2017 | Page 20

18 Amerikanen met een beamer Helemaal niets! ‘Nadat we eerst een uitgeverij waren gestart, begonnen we een dotcom-bedrijf. In 1999, het hoogtepunt van de dotcom-bubbel. Dat bedrijf hypete volkomen. We verdienden er geld mee, dat was in die branche destijds al uitzonderlijk. Op een dag kwamen we bij een Amerikaans bedrijf. Wij presenteerden ons verhaal, waarop die junior-accountmanager zei: “Dit moet m’n baas zien.” Dat gebeurde daarna nog een paar keer en aan het eind van de dag spraken we met de hoogste bazen, vier Amerikanen die ons hele bedrijf wilden kopen. We zaten in een enorme boardroom, dat weet ik nog goed. Met een beamer, dat was toen het summum van technologie.’ ‘Vlak daarna hebben we een investeerder in het bedrijf genomen, met geld om in vijf andere landen actief te worden. Dus wij openden zonder enige ervaring, ik was 24 jaar, zonder enige infrastructuur, binnen zes maanden vijf buitenlandse kantoren. Terwijl we nog niet eens een product in de markt hadden staan. Ik kan er nu weer lachend over praten, maar we gingen uiteindelijk in zes landen tegelijk failliet, doordat de investeerder die ons zo had gepusht om het zo te doen, de stekker uit het bedrijf trok. Geen 96 miljoen. Geen 35 miljoen. Helemaal niets!’ Veel stress 35 miljoen ‘Het accountantskantoor dat ons hielp in de onderhandelingen waardeerde ons bedrijf op 96 miljoen gulden. We waren toen zeven maanden bezig op een zolderkamertje dat we gratis huurden. Maar ja, wie waren wij om te zeggen dat het niet klopte… Die Amerikanen boden uiteindelijk 35 miljoen gulden. Op uitdrukkelijk advies van die accountant hebben we daar nee tegen gezegd. Omdat het zó veel minder was dan die 96 miljoen…’ ‘Ja, dat was wel een heftige periode. Veel stress. Toen het mis ging, moesten we in al die landen die faillissementen managen. Ik naar Parijs, naar de Tribunal de Commerce. Zo’n gebouw met enorme zuilen en mannen in zwartfl uwelen toga’s die over je lot gaan beslissen. En ze kunnen je daar persoonlijk aansprakelijk houden voor zes keer de negatieve boedel. Niet zo lekker geslapen toen, in m’n goedkope hotelletje. En de mensen die bij ons werkten, die wisten wel dat ze niet bij het ministerie van Financiën hadden getekend; dus die kenden de risico’s wel, maar toch…’