13
COLUMN
De quote als geluidshinder
Jan D. Swart
journalist
Elke quote van een sporter na afloop van een prestatie heb ik altijd een belediging
voor de intelligentie gevonden. Beledigend voor de vragensteller, beledigend voor de
kijker en een gruwel voor de sporter zelf, want een tong kan alleen maar verzieken wat
een heel lichaam heeft gepresteerd.
Eigenlijk zijn interviews met sporters alleen leuk als ze nijdig iedereen voor rotte vis
uitmaken. Of als ze gaan staan janken. Alle andere geluiden zijn zonde van de tijd.
Bovendien kosten ze klauwen met geld. Meestal gemeenschapsgeld, zodat staats
secretaris Sander Dekker er goed aan heeft gedaan om het Centraal Plan Bureau te
laten doorberekenen hoeveel nutteloos gelul er via de tv en radio over ons wordt
uitgestort. Geldt voor andere praatprogramma’s ook. Het mag dan een rare kakker
zijn, die Dekker, maar soms heb je iemand nodig die zelf ook niet kan praten om
bewezen te krijgen hoe erg die martelgang is.
Er bestaan voor sporters cursussen om voor de camera het ergste te voorkomen. De
kindjes leren er mimieken en foefjes om zich intelligenter voor te doen dan ze zijn. Na
afloop van de wedstrijden worden ze door ingehuurde docentjes met een sleutel in
hun rug opgewonden en tot aan de microfoon begeleid. Ook weggegooid geld, want ze
kunnen maximaal één ingestudeerde zin onthouden.
Die is trouwens ook niet om aan te horen.
Ingefluisterde taal is neptaal.
Fenomenen als Henk Schouten en Cor van der Gijp is die onzin allemaal bespaard
gebleven. Hun oeuvre bestond uit het scoren van doelpunten en verder geen gezeik.
Hoe ze dat deden, met links of met rechts, wel of niet met curve, en wat er onder die
omstandigheid gevoelig door hun heenging, geen journalist die zelfs maar op het idee
kwam om het hun na afloop te laten verklaren. Sportverslaggevers hadden vroeger
wel wat anders aan hun hoofd. Vooral de jenever in de bestuurskamer.
De geheimzinnigheid rond oude topsporters is zodoende keurig overeind gebleven en
daarmee de romantiek. Televisie heeft die ontwikkeling onbarmhartig ten kwade
beïnvloed. Ruud Krol (Ajax) was ooit een recordinternational, maar het zweet brak je
uit als hij iets ging zeggen. Als voetballer is iedereen hem vergeten, maar als hakkelaar
niet. Doodzonde.
Eens te meer omdat niet één quote iets toevoegt aan een gebeurtenis die we met
eigen ogen hebben kunnen zien. Zelfs als Eljero George Rinaldo Elia foutloos in een
prettig humeur en ook nog als ladykiller een maandje of vijf vooruit kijkt naar de
Champions League is dat zonder zijn schuld per saldo allemaal slap geouwehoer.
Kappen daarom met die sportquotes. Het is geluidshinder.
JAN D. SWART