FIB NR2 2016 | Page 72

70 PAUL VISSER MAAKTE SUCCESVOLLE SWITCH VAN SCHEEPVAART NAAR SCHOONMAAK ‘ONDERNEMEN IS VEEL MINDER MOEILIJK DAN IK DACHT’ 27 jaar werkte hij met succes in de scheepvaart. Toen verbaasde Paul Visser vriend en vijand met een overstap naar de schoonmaakbranche. Anderhalf jaar later zat hij prompt zonder werk, vlak voordat hij met z’n tweede vrouw zou trouwen. Zij overtuigde hem om zelf een schoonmaakbedrijf te starten. Hij is er haar nog steeds dankbaar voor. Met hulp van een bevriende zakenrelatie zijn ze in 2006 gestart. Tien jaar later is V&W Facility Support een ‘prachtig en gezond bedrijf’, aldus Paul Visser (1959). Het kantoor in Barendrecht hangt vol met voetbalschilderijen. Ze zijn gemaakt door zijn vrouw, Carla Ullersma, die kunstenares en galeriehoudster is. De voetballers zijn van Excelsior en Feyenoord. Dat kan geen toeval zijn.... ‘Het zijn allebei míjn clubs. Ik ben opgegroeid met Feyenoord en later vergroeid met Excelsior, waar ik zelfs een paar jaar bestuurslid van de businessclub ben geweest.’ Hoe ontstond de liefde voor Feyenoord? ‘Als vierjarig ventje mocht ik aan de hand van m’n vader mee naar dat prachtige stadion. Toen ze de Europacup 1 wonnen in 1970, heb ik alle thuiswedstrijden gezien en ben ik met m’n vader en zus zelfs naar de finale in Milaan geweest.’ Waren jullie zo rijk dan? ‘Nee joh, al had mijn vader wel altijd goede banen. Eén van zijn wijze lessen was dat je altijd je contacten moet onderhouden. Zelf was hij daar heel goed in en zodoende kon hij altijd dingen regelen. Ook kaarten voor wedstrijden.’ Dus ging je op zoek naar een baan in de scheepvaart? ‘Dat was wel mijn plan. Ik was twee jaar eerder gescheiden en had Carla leren kennen. We zouden binnen twee maanden trouwen. Een terugkeer naar de scheepvaart bleek voor haar geen optie. Ze wilde niet dat ik weer veel zou moeten reizen. Zij gaf me een schop onder m’n kont: “Als je zo goed weet hoe het moet, waarom begin je dan niet voor jezelf?” Had ik zelf nooit aan gedacht. Ik had eerst nog mijn twijfels, ook door m’n leeftijd. Maar we zouden het samen een jaar proberen.’ Hoe ging het? ‘De allereerste opdracht was twee keukenkastjes schoonmaken in een huurhuis. We zijn onderweg eerst naar Blokker gereden om schoonmaakspullen te kopen. Voor die aardige, oude dame hebben we meteen maar de hele keuken uitgesopt. Achteraf typeert dat wel onze instelling. Ook weer zo’n wijze raad van m’n vader: als je nét even beter je best doet dan een ander, red je het wel. Het was de eerste twee jaar niet makkelijk, maar we overleefden en groeiden. Met 60 man zijn we nog een relatief klein bedrijf in onze branche. Toch werken we ook voor grote partijen. Zo hebben Verwey Vastgoed Management en MVGM Vastgoedmanagement ons als een van hun preferred suppliers gekozen. Persoonlijk vind ik het erg leuk dat ik klanten uit de scheepvaart heb. Sinds kort bijvoorbeeld Vopak Agencies, na hun verhuizing naar Schiedam.’ Hoe kwam je in de scheepvaart terecht? ‘Ik ben zowat in de haven geboren, in de Vierhavenstraat. Na m’n opleiding aan de havenvakschool Jan Backx, vond ik mijn eerste baan bij rederij Anthony Veder. Ik sjeesde op de brommer door de haven om documenten rond te brengen. Daarna werd ik waterklerk: alles regelen voor een schip en de bemanning. Laden en lossen, de proviand, m aar ook een bezoek aan de tandarts en het vervoer naar de meisjes van plezier. Je deed alles voor ze. Daarna heb ik bij Jo Tankers en Gans Transport gewerkt. In 1995, toen was ik inmiddels chef kapiteinskamer, zijn we met een paar collega’s Eurokor Logistics begonnen.’ Wanneer kwam de schoonmaakbranche in beeld? ‘In 2004. Ik was toe aan iets anders en werd gevraagd door twee kerels die een schoonmaakbedrijf hadden en een grotere branchegenoot overnamen. Maar de mentaliteit in de sector beviel me niet. Het was te veel op snel succes gericht. In de scheepvaart was ik juist gewend aan de lange termijn te denken. Ik wilde die manier van zakendoen ook toepassen in de schoonmaak. Misschien was het eigenwijs, maar wel mijn overtuiging. Dat zagen die andere twee niet zitten en in 2006 eindigde de samenwerking.’ Welk doel heb je nog? ‘Het bedrijf sterker en beter maken, autonoom groeien. Maar het belangrijkste is dat ik elke dag met een glimlach kan opstaan en – ik weet: het is een cliché – genieten van het leven. Carla kreeg tweeënhalf jaar geleden opeens de diagnose tongkanker. Dat hakte erin. We hebben het fijn samen… en dan zoiets. Dat komt hard binnen. Het gaat nu goed. Ze is geopereerd en staat elke vier maanden nog onder controle. Het is een vreselijke ziekte. Het heeft er alle schijn van dat ze aan de goede kant zit.’ Het ondernemerschap was tien jaar terug niet je eerste keuze. Hoe kijk je er nu naar? ‘Ik vind ondernemen geweldig. Veel minder moeilijk dan ik dacht. Maar die mooie kanten heb ik eerst moeten ontdekken. Ik zag vooral op tegen de verantwoordelijkheid. Nu zeg ik: “Had ik het maar 30 jaar eerder gedaan.” Vaak moet een mens eerst met z’n rug tegen de muur staan om tot zo’n ingrijpende beslissing te komen. Gelukkig had ik een vrouw die daar resoluter in was dan ikzelf.’ TEKST: MARTIN DEKKER FOTOGRAFIE: ANNE BAL