70
PAUL VISSER MAAKTE SUCCESVOLLE SWITCH VAN SCHEEPVAART NAAR SCHOONMAAK
‘ONDERNEMEN IS
VEEL MINDER MOEILIJK
DAN IK DACHT’
27 jaar werkte hij met succes in de scheepvaart. Toen verbaasde Paul Visser vriend en vijand met een overstap naar
de schoonmaakbranche. Anderhalf jaar later zat hij prompt zonder werk, vlak voordat hij met z’n tweede vrouw zou
trouwen. Zij overtuigde hem om zelf een schoonmaakbedrijf te starten. Hij is er haar nog steeds dankbaar voor.
Met hulp van een bevriende zakenrelatie zijn ze in 2006 gestart.
Tien jaar later is V&W Facility Support een ‘prachtig en gezond
bedrijf’, aldus Paul Visser (1959). Het kantoor in Barendrecht hangt
vol met voetbalschilderijen. Ze zijn gemaakt door zijn vrouw, Carla
Ullersma, die kunstenares en galeriehoudster is. De voetballers zijn
van Excelsior en Feyenoord.
Dat kan geen toeval zijn....
‘Het zijn allebei míjn clubs. Ik ben opgegroeid met Feyenoord en
later vergroeid met Excelsior, waar ik zelfs een paar jaar bestuurslid
van de businessclub ben geweest.’
Hoe ontstond de liefde voor Feyenoord?
‘Als vierjarig ventje mocht ik aan de hand van m’n vader mee naar
dat prachtige stadion. Toen ze de Europacup 1 wonnen in 1970, heb
ik alle thuiswedstrijden gezien en ben ik met m’n vader en zus zelfs
naar de finale in Milaan geweest.’
Waren jullie zo rijk dan?
‘Nee joh, al had mijn vader wel altijd goede banen. Eén van zijn
wijze lessen was dat je altijd je contacten moet onderhouden. Zelf
was hij daar heel goed in en zodoende kon hij altijd dingen regelen.
Ook kaarten voor wedstrijden.’
Dus ging je op zoek naar een baan in de scheepvaart?
‘Dat was wel mijn plan. Ik was twee jaar eerder gescheiden en had
Carla leren kennen. We zouden binnen twee maanden trouwen. Een
terugkeer naar de scheepvaart bleek voor haar geen optie. Ze wilde
niet dat ik weer veel zou moeten reizen. Zij gaf me een schop onder
m’n kont: “Als je zo goed weet hoe het moet, waarom begin je dan niet
voor jezelf?” Had ik zelf nooit aan gedacht. Ik had eerst nog mijn
twijfels, ook door m’n leeftijd. Maar we zouden het samen een jaar
proberen.’
Hoe ging het?
‘De allereerste opdracht was twee keukenkastjes schoonmaken in
een huurhuis. We zijn onderweg eerst naar Blokker gereden om
schoonmaakspullen te kopen. Voor die aardige, oude dame hebben
we meteen maar de hele keuken uitgesopt. Achteraf typeert dat wel
onze instelling. Ook weer zo’n wijze raad van m’n vader: als je nét
even beter je best doet dan een ander, red je het wel.
Het was de eerste twee jaar niet makkelijk, maar we overleefden en
groeiden. Met 60 man zijn we nog een relatief klein bedrijf in onze
branche. Toch werken we ook voor grote partijen. Zo hebben Verwey
Vastgoed Management en MVGM Vastgoedmanagement ons als een
van hun preferred suppliers gekozen. Persoonlijk vind ik het erg leuk
dat ik klanten uit de scheepvaart heb. Sinds kort bijvoorbeeld Vopak
Agencies, na hun verhuizing naar Schiedam.’
Hoe kwam je in de scheepvaart terecht?
‘Ik ben zowat in de haven geboren, in de Vierhavenstraat. Na m’n
opleiding aan de havenvakschool Jan Backx, vond ik mijn eerste
baan bij rederij Anthony Veder. Ik sjeesde op de brommer door de
haven om documenten rond te brengen. Daarna werd ik waterklerk: alles regelen voor een schip en de bemanning. Laden en
lossen, de proviand, m aar ook een bezoek aan de tandarts en het
vervoer naar de meisjes van plezier. Je deed alles voor ze. Daarna
heb ik bij Jo Tankers en Gans Transport gewerkt. In 1995, toen was
ik inmiddels chef kapiteinskamer, zijn we met een paar collega’s
Eurokor Logistics begonnen.’
Wanneer kwam de schoonmaakbranche in beeld?
‘In 2004. Ik was toe aan iets anders en werd gevraagd door twee
kerels die een schoonmaakbedrijf hadden en een grotere branchegenoot overnamen. Maar de mentaliteit in de sector beviel me niet.
Het was te veel op snel succes gericht. In de scheepvaart was ik
juist gewend aan de lange termijn te denken. Ik wilde die manier
van zakendoen ook toepassen in de schoonmaak. Misschien was
het eigenwijs, maar wel mijn overtuiging. Dat zagen die andere
twee niet zitten en in 2006 eindigde de samenwerking.’
Welk doel heb je nog?
‘Het bedrijf sterker en beter maken, autonoom groeien. Maar het
belangrijkste is dat ik elke dag met een glimlach kan opstaan en – ik
weet: het is een cliché – genieten van het leven. Carla kreeg tweeënhalf jaar geleden opeens de diagnose tongkanker. Dat hakte erin. We
hebben het fijn samen… en dan zoiets. Dat komt hard binnen. Het
gaat nu goed. Ze is geopereerd en staat elke vier maanden nog onder
controle. Het is een vreselijke ziekte. Het heeft er alle schijn van dat
ze aan de goede kant zit.’
Het ondernemerschap was tien jaar terug niet je
eerste keuze. Hoe kijk je er nu naar?
‘Ik vind ondernemen geweldig. Veel minder moeilijk dan ik dacht.
Maar die mooie kanten heb ik eerst moeten ontdekken. Ik zag vooral
op tegen de verantwoordelijkheid. Nu zeg ik: “Had ik het maar 30 jaar
eerder gedaan.” Vaak moet een mens eerst met z’n rug tegen de muur
staan om tot zo’n ingrijpende beslissing te komen. Gelukkig had ik een
vrouw die daar resoluter in was dan ikzelf.’
TEKST: MARTIN DEKKER
FOTOGRAFIE: ANNE BAL