132
THE MEATCLUB: THE PLACE TO BE!
‘DIT MOET TOCH
GEWOON TWEE KEER
PER MIDDAG
STAMPVOL ZITTEN?!’
The Meatclub in het Scheepvaartkwartier van Rotterdam. Voor lunch, diner en
borrel. Met een ambachtelijke slagerij in huis. Gebrandmerkt door Rotterdamse
gezelligheid en het allerbeste vlees uit Zuid-Amerika. Uitbater Jan Fens en zijn
partner Ivonne willen hun ‘zaakie’ laten uitgroeien tot the place to be.
Jan Fens bouwde een mooie onderneming op. Import van
Zuid-Amerikaans vlees. ‘Een serieuze zaak hoor’, lacht hij.
‘120 miljoen euro omzet per jaar. Maar ik kon het niet meer
opbrengen.’ Toen Jan werd geconfronteerd met zijn ‘Katwijkse ziekte’ en medisch gezien opeens een tikkende
tijdbom werd, was de beslissing snel genomen. Hij verkocht
de zaak aan zijn compagnon.
‘Nee, dat voelde niet als een zware beslissing. Op het
moment dat ik hoorde dat ik die ziekte had, ben ik me erin
gaan verdiepen en wist ik gelijk: “Ik moet van m’n zaak af.” Als
je die handel doet, moet je er elke dag bovenop zitten, dat
kan niet half.’
Meatclub. En in allerlei bladen gaan we vertellen dat we er
zijn.’
Stampvol
‘We bestaan nu twee jaar, veel mensen weten dat we er zijn,
maar het moet echt in hun systeem komen. Gewoon dat als
iemand je vraagt waar je lekker kan lunchen, waar is het
gezellig, waar gebeurt er wat, dat je dan gelijk zegt: “The
Meatclub, maar wel reserveren hoor, want het is druk daar!”
We hebben hier 35 couverts, als het goed weer is, kan je ook
buiten zitten. Dat moet toch gewoon twee keer per middag
stampvol zitten!’
Fuck it!
Dat heb ik al bereikt
‘Mijn ziekte is erfelijk, er is geen medicijn tegen, dus het was
voor mij helemaal geen vraag wat ik moest doen: helpen om
dat medicijn vinden, misschien nog voor mezelf, maar zeker
voor mijn kinderen en kleinkinderen. Als zij ook erfelijk
belast zijn, openbaart zich dat pas rond hun 40e. Dat is over
twintig jaar, dan is het medicijn er. Dat heb ik al bereikt.’
‘Alles bij elkaar heb ik nu toch een leuker leven dan vroeger.
Die ziekte is als een grote sluisdeur die ik dicht doe. Ik ben
naar Santiago de Compostella gelopen. Ja, als je een
hersenbloeding krijgt, lig je daar ergens in de Pyreneeën.
Maar ik ga me daar niet bij neerleggen joh. Fuck it! Ik doe m’n
ding, geniet van het leven, maak nieuwe vrienden…’
Ruben Nicolai in de animeerbar
Dé plek
Jan richtte de Dutch CAA Foundation op. Daarmee is al 1,2
miljoen euro opgehaald. In Boston zetelt dé arts op dit
vakgebied. ‘Lopen we daar door de stad, komen we in een
zaakje terecht: The Butcher Shop. Slagerij met restaurant.
Helemaal top. Hoe mooi zou het zijn om dat in Rotterdam te
hebben, dacht ik. En toen we later deze plek op de Scheepstimmermanlaan zagen, zo precies op het hoekje, wisten we
gelijk dat dít onze plek was. Zo zijn we begonnen.’
Billboards over de hele Maasboulevard
‘Ik hoef er na de verkoop van mijn zaak niet van te leven,
maar ik ben nog wel 100 procent ondernemer, ik wil altijd
verder. The Meatclub moet the place to be worden. Een
begrip in het rijtje Kaat Mossel, Loos en Old Dutch. Dus je
ziet straks over de hele Maasboulevard billboards van the
‘Ja, Ruben Nicolai, dat is een goede vriend geworden. In het
eerste jaar van de Foundation huurden we ‘m een keer in als
veilingmeester. Gewoon zakelijk, we kenden elkaar niet.
Vraagt hij halverwege de veiling: “Vind je het goed als ik
mezelf ga veilen?” Dus hij biedt zichzelf aan: een etentje met
Ruben Nicolai. Dat ging weg voor 25.000 euro! Naar een
groep vrouwen. Dat diner was uiteindelijk hier in de zaak.
Die vrouwen komen binnen: “Gezellig hoor, maar we maken
het niet te laat, want de kinderen moeten morgen weer
vroeg naar school.” Maar die Ruben maakte er een heel feest
van. Uiteindelijk eindigden ze midden in de nacht hiernaast in
de animeerbar. Later is Ruben ook ambassadeur geworden.
Dat is toch geweldig om mee te maken!’
TEKST: FRANK VIJG
FOTOGRAFIE: VINCENT VAN DORDRECHT